Verantwoording

Met de jaarrekening, het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag legt de woningcorporatie verantwoording af over de door haar geleverde prestaties. Deze documenten moeten de woningcorporaties ter beschikking stellen aan de gemeenten en de huurders- en bewonersorganisaties.

DAEB- en niet-DAEB-werkzaamheden

Woningcorporaties moeten hun DAEB- en niet-DAEB-werkzaamheden scheiden of splitsen. Deze administratieve scheiding of juridische splitsing heeft gevolgen voor het opstellen en inrichten van de jaarrekening en het jaarverslag. Een woningcorporatie die haar niet-DAEB-bezit juridisch splitst en dus onderbrengt in een of meerdere woonvennootschappen, moet voor iedere woningvennootschap een enkelvoudige jaarrekening publiceren.
 

Besluit en ministeriële regeling

Met het Besluit toegelaten instellingen (Btiv) en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (Rtiv) worden nadere voorwaarden gesteld aan de jaarrekening. Denk aan voorschriften voor het kasstroomoverzicht en de model-verlies- en winstrekening. De accountant stelt een accountantsrapport op, dat betrekking heeft op de hoofdlijnen van de bevindingen uit het accountantsonderzoek.

Daarnaast kan de accountant een brief met bevindingen en aanbevelingen opstellen. Deze zogenoemde managementletter is gericht aan het bestuur van de woningcorporatie en rapporteert over eventueel geconstateerde belangrijke tekortkomingen en mogelijke verbeteringen van de administratieve organisatie van de woningcorporatie. Een accountant is hiertoe niet verplicht. Als er wel een managementletter is opgesteld, moet dit document ook worden gezonden aan de Autoriteit woningcorporaties. Dit kan de toezichthoudende rol op individuele toegelaten instellingen versterken. Bovendien kunnen deze rapportages dienen als hulpmiddel om sectorbrede risico's te signaleren.

Relevante regelgeving

De volgende regelgeving is relevant voor dit onderwerp: