Loket Woningbouwimpuls gesloten

Het loket waar gemeenten hun aanvraag in kunnen dienen voor geld vanuit de Woningbouwimpuls is gesloten. Er zijn 53 projecten ingediend door 44 gemeenten. De komende periode buigt de onafhankelijke toetsingscommissie zich over de aanvragen en brengt advies uit aan minister Ollongren. Naar verwachting wordt in februari 2021 bekend welke projecten geld krijgen vanuit de Woningbouwimpuls.

Voor deze tweede aanvraagronde is 225 miljoen euro beschikbaar. Met de Woningbouwimpuls van in totaal 1 miljard euro draagt het ministerie van BZK in de komende jaren bij aan de versnelde totstandkoming van ten minste 65.000 woningen.

Toetsing aanvragen

Om in aanmerking te komen voor een bijdrage vanuit de Woningbouwimpuls moeten gemeenten een heldere en goed onderbouwde aanvraag indienen. Hierbij moet onder meer het publieke tekort toegelicht worden en aannemelijk gemaakt worden dat een bijdrage vanuit de Woningbouwimpuls zorgt voor het sneller bouwen van meer (betaalbare) woningen. De toetsingscommissie rekent de plannen door, beoordeelt en rangschikt de aanvragen inhoudelijk op basis van noodzaak, effectiviteit en efficiency. Ook de urgentie telt mee bij de uiteindelijke rangschikking. Meer informatie over de toetsing en de criteria is te vinden in de ministeriële regeling in de Staatscourant. In februari 2021 wordt bekend gemaakt welke projecten een financiële bijdrage krijgen.

De volgende aanvraagronde vindt in 2021 plaats. Ook dan krijgen gemeenten de kans om woningbouwprojecten aan te melden voor een bijdrage uit de impuls. Uiterlijk zes weken voor de opening wordt exacte aanvraagtijdvak bekendgemaakt.  

Woningbouwimpuls

In Nederland is een groot tekort aan woningen: de komende tien jaar moeten er minstens 845.000 woningen bijgebouwd worden. Daarbij is er vooral veel vraag naar betaalbare woningen voor starters en mensen met een laag of middeninkomen. Met de Woningbouwimpuls draagt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij aan projecten die anders moeilijk of traag tot stand komen, omdat ze een financieel tekort kennen.

Het geld kan ingezet worden voor het betaalbaar maken van woningen of voor het geschikt maken van de locatie voor woningbouw. Bijvoorbeeld voor de sanering van vervuilde grond, het uitplaatsen van bedrijven, de inrichting van de openbare ruimte of de ontsluiting van de locatie. Ook kan het geld ingezet worden voor maatregelen die de uitstoot of het effect van stikstof op de natuur beperken indien de doorgang van het project hier afhankelijk van is. 

Eerste tranche

In de eerste ronde kregen 21 gemeenten in totaal 336 miljoen euro toegekend voor 27 projecten voor de (versnelde) bouw van ruim 51.000 woningen, waarvan bijna twee derde in het betaalbare segment.