Specifieke eisen ten aanzien van financiële derivaten

In aanvulling op de beleidsregels verantwoord beleggen en derivaten, geldt voor financiële derivaten een reeks van specifieke eisen die vrijwel geheel overeenkomen met de beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting uit 2012.

  • Een verbod op toezichtbelemmerende clausules in derivaatcontracten. Dit kan bijvoorbeeld een clausule zijn dat de tegenpartij het derivaatcontract voortijdig met waardeverrekening kan ontbinden als de Aw overgaat tot verscherpt toezicht op de corporatie.
  • Een plan van aanpak om oude derivatenportefeuilles met toezichtbelemmerende bepalingen af te bouwen. Het gaat hier om een inspanningsverplichting (waarbij medewerking van de contractpartij is vereist), niet om een resultaatverplichting. Een resultaatverplichting zou namelijk een ‘event’ kunnen zijn op grond waarvan de tegenpartij voortijdig zou kunnen overgaan tot ontbinding en waardeverrekening van het contract.
  • Andere derivaten dan rentecaps (maximeert rente) en payer swaps (variabele rente wordt ‘geruild’ voor vaste rente) zijn niet toegestaan.
  • De derivaten mogen uitsluitend worden aangetrokken ter beperking (‘hedging’) van renterisico’s van variabele leningen die voor of tegelijk zijn aangetrokken met het derivaatcontract. 
  • Payer swap-contracten hebben een looptijd van maximaal 10 jaar.
  • ‘Embedded’ derivaten (leningcontracten met onderdelen die als op zichzelf als een derivaat kunnen worden beschouwd) zijn niet toegestaan, met uitzondering van basisrenteleningen indien deze worden aangetrokken in het kader van herstructurering van oude derivaatportefeuilles gericht op het kunnen voldoen aan de vereisten voor derivaten, met name ten aanzien van de toezicht belemmerende bepalingen.
  • Derivaten mogen alleen worden aangetrokken als de contractpartij de corporatie in het kader van de zorgplicht als een niet-professionele belegger beschouwt.
  • Het derivaatcontract moet worden opgesteld op basis van een voorgeschreven standaardmodelovereenkomst.
  • Derivaatcontracten moeten luiden in euro’s.
  • Corporaties met derivaatportefeuilles dienen een liquiditeitsbuffer aan te houden die groot genoeg is om de liquiditeitseffecten van 2%-punt rentedaling op te vangen. Hierbij gaat het om de liquiditeitseffecten vanwege waardeverrekening en break clausules die zich binnen een termijn van 12 maanden na dato kunnen manifesteren. Direct en onvoorwaardelijk op te nemen gelden vanwege een rekening-courantovereenkomst met een bank kan onderdeel vormen van de liquiditeitsbuffer.
  • Indien en zolang de liquiditeitsbuffer kleiner is dan benodigd om de liquiditeitsgevolgen van 1% rentedaling op te vangen mag de corporatie geen nieuwe derivaten meer afsluiten.