Met de Wet betaalbare huur gaat middenhuurregulering gelden tot en met 186 punten (1.123,13 euro, prijspeil 1 januari 2024). De regulering gaat zowel voor bestaande bestaande bouw als nieuwbouw gelden.
Door de regulering van het middensegment is de verwachting dat uiteindelijk circa 157.000 woningen met gemiddeld 240 euro in prijs naar beneden gaan. Uiteindelijk is de verwachting dat er ongeveer 400.000 woningen in het gereguleerde middensegment komen te vallen. Dit is exclusief de nieuw te bouwen middenhuurwoningen.
De regulering van de middenhuur bevat verschillende onderdelen. Klap de regel uit om hier meer over te lezen.
Als onderdeel van regulering van de middenhuur wordt het WWS gemoderniseerd. Dit heeft twee doelen:
De waardering van de kwaliteitsaspecten huurwoningen verbeteren.
Het stelsel beter aan laten sluiten bij de kwaliteit van de middenhuur die tegenwoordig wordt opgeleverd. Hiermee wordt ook de bouw van nieuwe middenhuurwoningen gestimuleerd.
De modernisering ten behoeve van de middenhuur houdt in dat de energiezuinigheid van een woning, de buitenruimte en modernere voorzieningen beter gewaardeerd worden en dat de WOZ-cap gaat gelden vanaf 187 punten in plaats vanaf 142 punten. De terugval door de WOZ-cap wordt daarbij gemaximeerd op 186 punten. Ook gaat een nieuwbouwopslag van 10% gelden. Deze opslag geldt gedurende 20 jaar na ingebruikname voor middenhuurwoningen waarvan de startbouwdatum voor 1 januari 2028 ligt. Op de pagina WWS-aanpassingen is meer informatie te vinden over deze aanpassingen.
De aanvangshuurprijzen in het middensegment worden gereguleerd door de toepassing van het WWS uit te breiden naar woningen met een kwaliteit tot en met 186 punten en een corresponderende aanvangshuur tot en met 1.123,13 euro (prijspeil 1 januari 2024). Daarmee wordt een nieuw gereguleerd middenhuursegment gecreƫerd van woningen met een huurprijs of kwaliteit tussen de 879,66 euro en 1.123,13 euro (prijspeil 1 januari 2024).
In het verleden werden huurprijsstijgingen gekoppeld aan het inflatiecijfer. In tijden van hoge inflatie kwam toen de huurquote onder druk te staan. Het doel is daarom om de jaarlijkse huurprijsstijging in het middensegment te maximeren op de CAO-loonontwikkeling + 1,0 procentpunt. Door een koppeling met de loonontwikkeling, blijft de gemiddelde huurquote voor zittende huurders op peil. Zo blijft wonen betaalbaar.
Het is de bedoeling dat de gereguleerde middenhuurwoningen terechtkomen bij middeninkomens. Middeninkomens zijn eenpersoonshuishoudens met een inkomen van 47.699 euro tot 62.191 euro en meerpersoonshuishoudens met een inkomen van 52.671 euro tot 82.921 euro (prijspeil 2024). Gemeenten kunnen via de huisvestingsvergunning toewijzingsregels stellen aan de gereguleerde middenhuurwoningen. Op die manier komen de woningen terecht bij woningzoekenden met maximaal een middeninkomen.
Dit deel van de wet gaat gelden voor nieuwe huurcontracten. De huurprijsbescherming gaat gelden voor nieuwe huurders van woningen met een kwaliteit of prijs die behoort tot het nieuw gereguleerde middenhuursegment. De noodzaak en doeltreffendheid van de regulering wordt elke vijf jaar geƫvalueerd.