Convenant verduurzaming brengt koopketen gezamenlijk in beweging: “Met dezelfde mond naar buiten treden”

Om het verduurzamen van de woningvoorraad in Nederland goed van de grond te krijgen, is het belangrijk dat de hele koopketen aan boord is. Van taxateurs en hypotheekadviseurs tot energiedeskundigen. Het Convenant verduurzaming in de koopketen brengt al deze partijen bij elkaar. Wat heeft dit convenant teweeggebracht bij de verschillende partijen in de maanden na de lancering?

Eind 2021 sloegen zeventien organisaties de handen ineen om huizenkopers beter te informeren en adviseren over het verduurzamen van hun woning. Het convenant moet door het maken van concrete afspraken een verandering in de koopketen tot stand brengen. We spraken Ted Bergholtz (makelaar), Lex Schreuder (hypotheekadviseur) en Isabelle Sternheim (voorzitter branchevereniging van energieadviseurs) over de effecten van het convenant voor hen.

Vergroot afbeelding Ted Bergholtz
Ted Bergholtz, makelaar. Bron: privé

De klant op weg helpen

Ted Bergholtz is makelaar bij April Makelaars en lid van de NVM. Al voor de ondertekening van het convenant stimuleerde hij zijn klanten om met verduurzaming aan de slag te gaan door hen te informeren via zijn eigen website. Samen met een energieadviseur, een hypotheekverstrekker en een architect geeft hij advies over het CO2-neutraal maken van woningen: “We helpen de klant op weg met een plan waarmee hij vervolgens iedere installateur van Nederland kan benaderen. De eerste mensen hebben hier inmiddels gebruik van gemaakt en we krijgen leuke reacties.”

Hét moment voor verduurzaming

Ook Lex Schreuder, werkzaam bij De Hypotheekshop en lid van de Organisatie van Financiële Dienstverleners (OvFD), ziet de meerwaarde in van goed verduurzamingsadvies aan klanten. “Het moment dat mensen met de financiering van hun woning bezig zijn, is hét moment om verduurzaming beet te pakken. Het is een actueel onderwerp en mensen staan ervoor open dat je erover begint.” Voor adviezen over verduurzaming werkt De Hypotheekshop samen met energiebesparingsadviseurs: “Zij leveren een heel concreet en laagdrempelig advies, met onder andere duurzaamheidsmaatregelen en de bijbehorende kosten en opbrengsten. Zo wordt verduurzamen minder een ver-van-je-bed-show voor kopers.”

Energieadviseurs inschakelen

De meerwaarde van het convenant zit voornamelijk in de samenwerking met andere ketenpartijen, stelt Isabelle Sternheim, voorzitter van de Federatie van energiedeskundigen, -engineers en -consultants (FedEC). Het adviseren en begeleiden van woningeigenaren op het gebied van duurzaamheid is de core business van de federatie. Voor Sternheim is het belangrijk dat de partijen uit het convenant gekwalificeerde, onafhankelijke energieadviseurs inschakelen. Ze vult aan: “Daarbij is het enorm belangrijk er naar het totale pakket van verduurzaming wordt gekeken en niet alleen naar enkele maatregelen.”

Kruisbestuiving tussen de ketenpartijen

“We willen de andere partijen graag leren kennen”, zegt Sternheim. “We hopen dat er een soort kruisbestuiving ontstaat, en dat we samen een eenduidige boodschap naar de consument uitdragen.” Daarnaast zorgt het convenant dat er centraal overleg plaatsvindt over de energietransitie. “Er zijn zo veel partijen met die transitie bezig. Via het convenant komen die spelers in de markt samen en leren ze elkaar kennen. Daarnaast faciliteert het de communicatie tussen de overheid en de marktpartijen. Zo leert de overheid wat er allemaal speelt en kan zij eventueel bijsturen of ondersteunen.”

Professionaleringsslag

De ketenpartijen merken ook dat het convenant zorgt voor een professionaliseringsslag in de koopketen. Zo zijn er nieuwe eisen voor energieadviseurs, het energielabel, het taxatierapport, taxateurs en hypotheekverstrekkers. Daarin is er meer aandacht voor verduurzaming dan voorheen, zodat de koper hier goed over geïnformeerd kan worden. Allerlei ketenpartijen zijn door het convenant ook heel concreet bezig met duurzame producten, voegt Schreuder toe. “Zo ontstaat er nieuw gereedschap om mee te werken. Banken hebben bijvoorbeeld maatwerkoplossingen gemaakt die wij inzetten voor onze klanten. Die oplossingen zijn een indirect effect van het convenant, denk ik. Nu is het zaak dat adviseurs die gereedschappen ook weten te vinden.”

Keten in beweging

Volgens Bergholtz komt duurzaamheid mede door het convenant steeds breder onder de aandacht. “Alle schakels in de koopketen moeten er iets van vinden en moeten er iets over melden”, legt hij uit. “Als wij dat allemaal blijven doen, dan komt de boodschap vanzelf bij de consument terecht. Zo komt de hele keten in beweging.” Die consument of koper is al steeds vaker zelf met duurzaamheid bezig, merken de partijen op. Zo zijn er volgens Schreuder steeds meer kopers die bij het aanvragen van een hypotheek al uitgebreid onderzoek hebben gedaan naar verduurzaming. In veel gevallen zetten zij hiervoor ook al een ruim budget opzij. “Andere kopers kaarten verduurzaming aan, maar weten nog niet zo goed hoe ze het moeten aanpakken. Ook dat is een toenemend aantal. Alles komt dus in een stroomverstelling. Het gaat in de toekomst vanzelfsprekend worden dat de koper en aanbieder actief over verduurzaming beginnen.”

Niet de eerste prioriteit

Ondanks deze stroomversnelling heeft verduurzaming in de huidige markt vaak niet de eerste prioriteit, aldus Bergholtz. “Kopers zijn in deze woningmarkt al heel blij zijn als ze überhaupt een woning vinden”, vertelt hij op basis van zijn ervaringen als makelaar. “Men begint wel over duurzaamheid, maar het is niet van doorslaggevend belang. De eerste prioriteit is een woning te bemachtigen, en verduurzamen is dan een volgende stap.” Om kopers vervolgens aan te zetten tot een investering in duurzaamheid is het volgens Bergholtz nuttig om de voor- en nadelen ervan heel concreet te maken. Dit kan je onder andere doen door uit te rekenen hoe hun cost of ownership verandert als ze verduurzamen. De lagere kosten bij verduurzaming dekken dan vaak een groot deel van de maatregelen. “Het levert bovendien beter comfort op in huis. Daarnaast kan en moet je niet alles in terugverdientijd willen rekenen. Niemand heeft het bijvoorbeeld over de terugverdientijd van een keuken of badkamer.”

"Zodra we de hele keten echt in beweging brengen, kunnen we veel bereiken."

Kinderschoenen

De ketenpartijen benadrukken tot slot dat de energietransitie nog in de kinderschoenen staat. “Verduurzaming moet landen, er moet een natuurlijk moment voor zijn en vaak moet er voor de maatregelen gespaard worden”, zegt Sternheim. “Er gaat tijd overheen voordat het echt gaat leven.” Doordat de energietransitie zo’n jong fenomeen is, is deze nog volop in ontwikkeling. “Het uitkristalliseren van het verhaal heeft tijd nodig”, zegt Sternheim. Bergholtz voegt toe dat de hele keten aan het werk is om met dezelfde mond naar buiten te treden: “We verschuiven in dat proces steeds meer naar het eindpunt, maar we zijn nog niet halverwege.” Schreuder sluit zich daarbij aan: “Maar zodra we die hele keten echt in beweging brengen, kunnen we veel bereiken.”