Jantine Kriens: “Regel de huisvesting voor statushouders én andere aandachtsgroepen in één keer”

Na negen maanden neemt Jantine Kriens afscheid als bestuurlijk aanjager huisvesting statushouders. Aan de hand van vijf vragen blikt ze samen met ons nog één keer terug op deze bijzondere periode. 

Hoe ziet een gemiddelde werkdag van een bestuurlijk aanjager eruit?

“Mijn opdracht als bestuurlijk aanjager begon afgelopen februari, tijdens de lockdown. De werkzaamheden voerde ik dan ook grotendeels uit vanachter het beeldscherm via WebEx in mijn eigen werkkamer. Een gemiddelde dag zat vol overleg met de commissarissen van de Koning, burgemeesters en wethouders. Plenair of juist één op één, om te horen waar ze tegenaan lopen bij het huisvesten van statushouders en hoe ik en mijn team daarbij konden helpen. Ondanks dat alle communicatie online verliep – of misschien wel dankzij, aangezien je meer gesprekken kunt voeren als je geen reistijd hebt – hebben we veel problemen aangekaart en ondersteuning geboden.”

Waar bent u het meest van onder de indruk geraakt tijdens uw tijd als bestuurlijk aanjager?

“Afgelopen augustus raakten de COA-opvanglocaties door verschillende redenen vol. Het kabinet deed een oproep om snel opvang en huisvesting voor statushouders te realiseren. In veel gemeenten hebben burgemeesters en wethouders hier gehoor aan gegeven door zo snel als mogelijk plekken beschikbaar te stellen. Ik vind het mooi én inspirerend om te zien dat we in tijden van nood met elkaar de schouders eronder zetten.”

Bent u tijdens het werk ook tegen knelpunten aangelopen?

“Ja, zeker. Vaak maken gemeenten afspraken met lokale woningcorporaties om statushouders te huisvesten. Maar in de huidige woningmarkt is het ook echt nodig om (flex)woningen bij te bouwen. Ik merk dat gemeenten een tekort hebben aan personeel om de huisvesting van statushouders en andere aandachtsgroepen goed op te pakken. Als aanjaagteam ondersteunden we gemeenten samen met het Expertteam Woningbouw en via de Versnellingskamers Flexwonen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De grote behoefte aan capaciteit en expertise op het gebied van huisvesting van aandachtsgroepen benoem ik ook nadrukkelijk als aandachtspunt in mijn eindrapportage voor de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie. Ik hoop dat een volgend kabinet hier middelen voor vrijmaakt.”

Op welke interventie bent u het meest trots?

“In de jaren 2015 en 2016 was er sprake van een extreem hoge asielinstroom in Nederland. Ik was op dat moment directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Tijdens mijn werk als bestuurlijk aanjager merkte ik dat veel van de waardevolle kennis en expertise die is opgedaan in deze tijd verloren was gegaan. Ik ben mensen en organisaties met elkaar gaan verbinden, zodat de opgedane kennis weer naar boven kwam. Aan de hand van deze informatie zijn we sneller in staat om samen met de Rijksoverheid, de provincies, de gemeenten, COA en andere betrokken partijen de huidige problematiek het hoofd te bieden, waardoor we statushouders ook sneller kunnen laten uitstromen.”

Als u één advies mag geven aan overheden die met huisvesting van statushouders aan de slag gaan, welk advies zou dat dan zijn?

“Mijn advies is om een interbestuurlijk programma in te richten, dat vorm krijgt in samenhang met de brede aanpak voor aandachtsgroepen op de woningmarkt. Dat is de Nationale Samenwerkingsagenda, zoals voorgesteld in het rapport ‘Een thuis voor iedereen’. Het programma moet helder neerzetten wie wat doet, ondersteuning bieden aan gemeenten door middel van een (financieel) instrumentarium, toegang bieden tot kennis en expertise en voorzien in een flexpool met menskracht. Kortom; geef de huisvesting van statushouders de benodigde bestuurlijke aandacht en vergroot het urgentiegevoel door een structurele aanpak te ontwikkelen die voor alle aandachtsgroepen werkt.”

Jantine Kriens is ook geïnterviewd door Binnenlands Bestuur op 12 november 2021.