Europees akkoord over herziene richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD)

De Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement (EP) hebben een voorlopig akkoord bereikt over de herziene energieprestatie voor gebouwen (EPBD). Een ruime meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, heeft daarmee ingestemd. Het EP heeft dinsdag ingestemd met de richtlijn. Het kabinet is tevreden met de uitkomst, omdat de belangrijkste wensen zijn ingewilligd. Er is voldoende flexibiliteit om de aanpak per land vorm te geven. De richtlijn sluit goed aan bij het staand en voorgenomen beleid van Nederland voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

De EPBD (Energy Performance of Buildings Directive) is de belangrijkste Europese richtlijn om gebouwen te verduurzamen. Herziening was nodig om bij te dragen aan de aangescherpte doelen in de Europese Klimaatwet en aan meer energieonafhankelijkheid van de EU. Alle lidstaten zullen het tempo van verduurzaming van gebouwen moeten behouden of opvoeren om de klimaatdoelen te halen. Voor Nederland valt de richtlijn binnen de bestaande nationale doelstellingen.

Renovatie van slechtste gebouwen

De herziene EPBD stelt vast dat alle lidstaten een eigen traject moeten introduceren om het gemiddelde energiegebruik van de woningvoorraad te verlagen. Het gaat om een vermindering van 16% in 2030 en 20 tot 22% in 2035, ten opzichte van 2020. Hierbij is afgesproken dat meer dan de helft van de afname bereikt wordt door de renovatie van de slechtst presterende woningen. Er zijn uitzonderingen mogelijk voor onder meer monumenten en tijdelijke woningen. Er komen geen renovatieverplichtingen voor woningeigenaren.

Voor utiliteitsgebouwen zoals kantoren, winkels en scholen volgen minimumeisen aan energieprestatiestandaarden. Dat betekent dat lidstaten in 2030 16% en in 2033 26% (t.o.v. 2020) van de slechtst presterende utiliteitsgebouwen moeten renoveren. Ook hier zijn uitzonderingen mogelijk voor bijvoorbeeld monumenten, gebouwen van de krijgsmacht en agrarische gebouwen.

Energielabelklassen

De energielabelklassen worden niet Europees geharmoniseerd. Hierdoor blijft het zo dat in Nederland de bestaande klassen A+ per 2030 verdwijnen en plaatsmaken voor een indeling van A t/m G. Wel krijgen lidstaten de optie om een nieuwe klasse A0 toe te voegen voor emissievrije gebouwen (de zogeheten ZEB-standaard) en een klasse A+ voor gebouwen die nog beter presteren.

Verder stimuleert de herziene EPBD financieringsmaatregelen en energieloketten (one-stop-shops) voor huishoudens en kleine bedrijven. Lidstaten dienen kwetsbare huishoudens extra te ondersteunen om energiearmoede te bestrijden. Ook moeten landen het risico op het uitzetten van kwetsbare huishoudens door onevenredige huurverhogingen na renovaties aanpakken. Subsidies voor fossiele brandstofinstallaties zoals cv-ketels zijn niet meer toegestaan vanaf 2025, met uitzondering van hybride warmtesystemen. Het renovatietempo gaat omhoog om sneller af te raken van slecht geïsoleerde gebouwen die fossiele brandstoffen gebruiken voor verwarming en koeling.

Nieuwbouw

Voor nieuwbouw wordt zero-emission building (ZEB) vanaf 2030 de nieuwe norm, in plaats van de BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). Bestaande gebouwen moeten in 2050 een ZEB zijn. Voor nieuwe publieke gebouwen geldt deze norm al vanaf 2028. Om duurzame mobiliteit te stimuleren, volgen aangescherpte verplichtingen voor laadpunten en fietsplekken bij nieuwbouw en bij ingrijpende renovaties van bestaande gebouwen.

Volgende stappen

De formele Raadsstemming vindt plaats tijdens de Ecofinraad op vrijdag 12 april. Daarna zal de richtlijn officieel gepubliceerd worden. Lidstaten krijgen vanaf dan twee jaar de tijd om de herziene EPBD in nationale regelgeving en nationaal beleid te verankeren.