Huurverlaging voor huurders met laag inkomen

In 2023 kunnen huurders met een laag inkomen en hoge huur huurverlaging krijgen van hun woningcorporatie. Er wordt gekeken naar het geregistreerd inkomen van 2021. Daarnaast kunnen huurders tot en met 30 december 2024 zelf huurverlaging aanvragen indien het inkomen na 2021 is gedaald.

Huurverlaging na laag inkomen in 2021

Huurders die in 2021 een laag inkomen hadden, krijgen voor 1 juni 2023 een huurverlaging voorgesteld door de woningcorporatie als zij een huurprijs boven de € 575,03 (prijspeil 2023) betalen. Dit geldt alleen voor huurders die:

  • op 1 maart 2023 de woning al huren;
  • een zelfstandige woning (appartement/eengezinswoning) of woonwagen huren, en
  • een gereguleerd huurcontract hebben.

Een huurder komt in aanmerking voor huurverlaging als het gezamenlijk huishoudinkomen van de huurders niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum. Zie onderstaand schema voor de exacte inkomensvoorwaarden.

Schematisch overzicht toepasselijke inkomensgrenzen huurverlagingen 2023
Type huishouden Inkomen tot inkomensgrens
Eenpersoonshuishouden ≤ € 23.250
Eenpersoonsouderenhuishouden (AOW-gerechtigd) ≤ € 24.600
Meerpersoonshuishouden ≤ € 30.270*
Meerpersoonsouderen huishouden (1 of meer AOW-gerechtigden) ≤ € 32.730*

*) Het inkomen van inwonende kinderen tot 27 jaar telt niet mee

Ook huurders van woonwagens bij woningcorporaties hebben recht op huurverlaging, maar zij zullen de huurverlaging zelf bij de woningcorporatie moeten aanvragen en daarbij aantonen dat zij aan de gestelde inkomensvoorwaarden voldoen.

Huurverlaging na recente inkomensdaling

Huurders die na 2021 te maken kregen met een inkomensdaling die tenminste zes maanden duurde en een huurprijs boven de € 575,03 (zie hieronder) betalen, kunnen tot op uiterlijk 30 december 2024 de huurverlaging zelf aanvragen bij de woningcorporatie. Om te bepalen of een huurder in aanmerking komt voor huurverlaging, wordt gekeken naar de huishoudgrootte, het (verzamel)inkomen en de huurprijs. 

De huurder toont zelf de inkomensgegevens over de laatste zes maanden zodat de woningcorporatie kan beoordelen of de huurverlaging kan worden toegepast. De huurder verstrekt hierbij:

  1. een door hemzelf opgestelde en ondertekende verklaring over de samenstelling van zijn huishouden (hoeveel bewoners, hoeveel daarvan zijn inwonende kinderen van hem/haar tot 27 jaar);
  2. en bewijsstukken van het inkomen van alle bewoners (behalve de inwonende kinderen tot 27 jaar) in de laatste zes maanden vóór het huurverlagingsverzoek:
    • van werknemers/flexwerkers: per persoon loonspecificaties van de afgelopen zes maanden (in ieder geval van de eerste en de zesde maand van de zesmaandenperiode);

    • van bewoners die een uitkering/AOW/pensioen ontvangen: per persoon specificaties van de/het in de laatste zes maanden ontvangen uitkering/AOW/pensioen (in ieder geval van de eerste en de zesde maand van de zesmaandenperiode);

    • van zzp’ers: per zzp’er een schatting van de winst over de voorafgaande zes maanden;

    • bij inkomen uit overige werkzaamheden (niet uit loondienst/uitkering en geen inkomen uit onderneming): per persoon een schatting van het bruto-inkomen van de voorafgaande zes maanden uit de opbrengsten van die werkzaamheden minus de daarvoor gemaakte kosten.

Als de huurder aantoont in aanmerking te komen voor de huurverlaging, dan doet de woningcorporatie binnen drie weken na ontvangst van het (eventueel gecompleteerde) verzoek een voorstel tot huurverlaging. De voorgestelde ingangsdatum is de eerste van de maand van de tweede maand (dus ruim 1 maand) na de datum van het huurverlagingsvoorstel van de woningcorporatie.

Veelgestelde vragen