Volkshuisvestelijke prioriteiten

De volkshuisvestelijke prioriteiten zijn opgaven voor de corporatiesector die landelijk met prioriteit opgepakt moeten worden. Corporaties zijn verplicht om de volkshuisvestelijke prioriteiten in hun bod op het gemeentelijk woonbeleid te betrekken. 

Dit bod is vervolgens de basis voor prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties. Op deze manier stimuleert de minister dat in de lokale samenwerking aandacht gegeven wordt aan de volkshuisvestelijke prioriteiten.

Bouwplannen sluiten aan op volkshuisvestelijke prioriteiten

Vanaf dit jaar zijn de Nationale prestatieafspraken verwerkt in de volkshuisvestelijke prioriteiten. Daarmee zorgt de Rijksoverheid ervoor dat corporaties, gemeenten en huurdersorganisatie per gemeenten ook rekening houden met de nationale doelen bij het maken van lokale prestatieafspraken. Voor 1 juli moeten woningcorporaties aan gemeenten en huurdersorganisaties in hun regio inzicht geven in hun bouw- en investeringsplannen in het kader van de lokale prestatieafspraken. Zo kunnen concrete afspraken gemaakt worden over wat corporaties de komende jaren gaan doen, en daarbij van gemeenten en huurders mogen verwachten.

De inhoud is vastgelegd in overleg met Aedes, de Woonbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dat schreef minister De Jonge in juni 2023 in een kamerbrief.

Nieuwe volkshuisvestelijke prioriteiten

Minister De Jonge heeft in 2022 de programma’s gepresenteerd met daarin een schets van de doelstellingen en aanpak voor de komende jaren met betrekking tot de grote opgaven. Om de doelen en afspraken uit de NPA een expliciete plek te geven in de lokale prestatieafspraken, worden deze vastgelegd als nieuwe volkshuisvestelijke prioriteiten.

De volkshuisvestelijke prioriteiten voor de komende vier jaar zijn daarmee als volgt:

  • De beschikbaarheid van sociale huurwoningen – door het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen, vervangende nieuwbouw en het beter benutten van de bestaande voorraad.
  • Zorgen voor betaalbaarheid – door te zorgen voor lagere huren voor lage inkomens en het bevorderen van de doorstroming.
  • Investeren in kwaliteit – door het aardgasvrij maken van woningen, door toekomstklaar isoleren, door te zorgen dat woningen met een energielabel E, F of G uiterlijk in 2028 uit de sociale huurvoorraad zijn verdwenen en door te kijken naar duurzamere alternatieven.
  • Investeren in leefbaarheid – door herstructurering, zorgen voor kwalitatief goede woningen, aandacht voor woonvormen voor mensen met een (toekomstige) zorgbehoefte en betere samenwerking in het sociale domein.

Monitoring volkshuisvestelijke prioriteiten

Om de manier waarop de volkshuisvestelijke prioriteiten lokaal worden opgepakt zichtbaar te maken, heeft de minister de Autoriteit woningcorporaties (Aw) gevraagd om de monitoring hiervan op te pakken. De Aw heeft aangegeven dat het monitoren van de volkshuisvestelijke prioriteiten past bij haar toezicht vanuit het volkshuisvestelijk belang. De monitoring van de prioriteiten maakt waar mogelijk inzichtelijk welke prestaties corporaties leveren op de met de sector afgestemde thema's.