Corporaties

Binnen de samenwerking in de lokale driehoek beperkt de corporatie zich tot haar kerntaak. Dit betreft het passend huisvesten van mensen met een smalle beurs.

In het verlengde hiervan mogen corporaties specifiek omschreven maatschappelijk vastgoed realiseren en verhuren en investeren in leefbaarheid. Deze activiteiten zijn de DAEB-activiteiten. Niet-DAEB-investeringen door een corporatie zijn enkel toegestaan als de gemeente deze wenst en als uit een markttoets blijkt dat zij niet door marktpartijen opgepakt worden.

Volkshuisvestingsbeleid

De woningcorporatie verstuurt jaarlijks een overzicht van voorgenomen activiteiten naar de gemeente en huurdersorganisatie. Als de gemeente haar woonvisie of volkshuisvestingsbeleid aan de corporatie(s) bekend heeft gemaakt, is de corporatie verplicht om hieraan naar redelijkheid bij te dragen. In dat geval maakt de corporatie in het activiteitenoverzicht duidelijk wat haar bijdrage is aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid (dit wordt ook wel het bod genoemd). Het activiteitenoverzicht is concreet voor het komende jaar en geeft een doorkijk voor de vier jaar erna. Het overzicht wordt jaarlijks aangepast aan de praktijk. De corporatie overlegt met haar eigen huurdersorganisatie over de inhoud van het activiteitenoverzicht.

De geboden bijdrage aan de woonvisie dient naar redelijkheid te zijn: de investeringen dienen in verhouding te staan tot het vermogen van de corporatie en tot de volkshuisvestelijke doelstellingen in de gemeente. Om dit te kunnen beoordelen, stellen de Minister en corporatie financiële informatie ter beschikking aan gemeente en huurdersorganisatie. Het activiteitenoverzicht wordt voor 1 april naar de gemeente en huurdersorganisatie verstuurd met de uitnodiging om prestatieafspraken te maken.

Wijzigingen na gewijzigde Woningwet 1 januari 2022

Sinds 1 januari 2022 veranderden een aantal zaken aan het standaard wettelijk proces waarop woningcorporaties, gemeenten en huurdersorganisaties zich kunnen beroepen om tot prestatieafspraken te komen. Zo vervalt het verplichte vooroverleg met huurderorganisaties over het activiteitenoverzicht van woningcorporaties, omdat dit tot ongelijke verhoudingen kan leiden tussen toegelaten instelling, gemeente en huurdersorganisatie.

Verder wordt de uiterlijke datum voor het doen van de uitnodiging van woningcorporatie(s) aan de gemeente(n) en huurdersorganisatie(s) om het gesprek over prestatieafspraken te beginnen, vervroegd naar 1 april van elk jaar. Gezien deze nieuwe inrichting van het proces en gezien de woonvisie voor gemeenten verplicht wordt, kan vervallen dat de toegelaten instelling geen uitnodiging hoeft te doen indien de gemeente geen woonvisie heeft. Zo wordt gegarandeerd dat er altijd een gesprek plaats kan vinden. Lokale partijen kunnen het wettelijk proces om tot prestatieafspraken te komen samen inrichten op een manier die voor hen het best werkbaar is.

Relevante regelgeving

De volgende regelgeving is aan de orde betreft dit onderdeel: