Het demissionair kabinet-Schoof zet in op gelijke kansen voor alle woningzoekenden. Daarom wil het met een wetsvoorstel de voorrang voor statushouders in de sociale huursector afschaffen. Het gaat om voorrang op grond van het feit dat zij statushouders zijn.
Statushouders krijgen niet altijd voorrang op een woning. Op dit moment mogen gemeenten zelf bepalen welke groepen voorrang krijgen. In de toekomst komt hier een eind aan, omdat het nieuwe wetsvoorstel de mogelijkheid tot voorrang zal afschaffen.
Gemeenten kunnen statushouders na ingang van de wet nog één jaar voorrang geven op het huren van een gedeelde woonruimte. Hiermee wil het kabinet bevorderen dat woningdelen de nieuwe norm wordt voor alleenstaande statushouders. Ook kunnen statushouders zich na de inwerkingtreding van de wet nog altijd inschrijven voor een sociale huurwoning. Ze belanden dan net als andere woningzoekenden op een wachtlijst. Daarnaast kunnen ze bij familie of vrienden gaan wonen, woonruimte van een particuliere verhuurder huren of een woning kopen.
Doorstroomlocaties en opstartwoningen
Ook zet het kabinet diverse instrumenten in om de huisvestingsopties voor statushouders te vergroten, zoals doorstroomlocaties, opstartwoningen en het stimuleren van hospitaverhuur. Dit zijn (tijdelijke) woonvormen die geschikt zijn voor een grotere groep woningzoekenden, zoals starters, studenten en statushouders. Voor statushouders betekent dit dat ze sneller een asielopvanglocatie kunnen verlaten en alvast kunnen starten met inburgeren en werken in of nabij hun woonplaats.
Aanpassing Huisvestingswet 2014
Voor het verbod op het geven van voorrang aan statushouders in de sociale huursector is een wijziging van de Huisvestingswet 2014 nodig. Zolang dit wetstraject loopt, blijven de huidige wetgeving en regelgeving gelden.