Algemene Wet Gelijke Behandeling

In de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) staat dat het verboden is om verschil te maken op grond van meerdere zaken.

Dit omvat:

  • godsdienst
  • levensovertuiging
  • politieke gezindheid
  • ras
  • geslacht
  • nationaliteit
  • seksuele gerichtheid
  • burgerlijke staat

Ook is het verboden onderscheid te maken vanwege een handicap of chronische ziekte van een (kandidaat) huurder of koper. Dat staat in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Ook in het wetboek van Strafrecht wordt discriminatie verboden en bovendien strafbaar gesteld.

Directe en indirecte discriminatie

De wetten voor gelijke behandeling maken verschil tussen directe en indirecte discriminatie.

Objectieve rechtvaardiging

Er is een uitzondering op dit verbod op indirecte discriminatie. Dat is als de persoon die hier verantwoordelijk voor is, dit objectief kan verantwoorden. Dit noemen we ook wel een objectieve rechtvaardiging.

Of sprake is van een objectieve rechtvaardiging moet per geval precies worden bekeken. Het is afhankelijk van de omstandigheden. De objectieve rechtvaardigingstoets bestaat uit drie onderdelen waaraan moet worden voldaan:

  • is er een legitiem doel? (komt het tegemoet aan een behoefte van de verhuurder en wordt daarmee geen onderscheid gemaakt)
  • is het onderscheid een geschikte manier om dat doel te bereiken?
  • zijn de gevolgen niet onevenredig zwaar
  • is het middel noodzakelijk?

Wettelijke uitzondering

Er is een uitzondering als de rechtsverhouding een privékarakter heeft. Bijvoorbeeld als de verhuurder een kamer in zijn/haar eigen woning verhuurt. De verhuurder moet dan een goede reden hebben om dit onderscheid te maken. Onderscheid maken op grond van ‘ras’ mag in elk geval nooit. Heeft de verhuurder een tweede woning maar verblijft deze hier zelf niet? Dat valt niet onder deze wettelijke uitzondering voor woonruimte met een privékarakter.

Monitor discriminatie bij woningverhuur

Uit het eerste grootschalige landelijke onderzoek naar discriminatie bij woningverhuur 2020 (aangeboden aan Kamer op 23 april 2021) blijkt:

  • 3.000 correspondentietesten en meer dan honderd geslaagde mystery calls.
  • 8% van de mannen met een buitenlandse achternaam krijgt te maken met discriminatie op de woningmarkt, bij vrouwen met een buitenlandse achternaam betreft dit 7%.
  • 86% van de makelaars bleek bereid mee te werken aan discriminerende verzoeken.