Staat van de Corporatiesector: licht positieve ontwikkelingen, maar ook flinke investeringsopgaven

Ondanks positieve ontwikkelingen staan woningcorporaties voor een flinke investeringsopgave, zo blijkt uit de Staat van de Corporatiesector. Woningcorporaties bouwden in 2019 meer nieuwe woningen dan de jaren ervoor en corporatiewoningen zijn energiezuiniger geworden. Daartegenover zijn er diverse aandachtspunten voor het bereiken van de grote maatschappelijke opgaven waar corporaties voor staan.

Toezichthouder Autoriteit woningcorporaties (Aw) blikt jaarlijks terug op de prestaties van woningcorporaties op het gebied van onder andere nieuwbouw, betaalbaarheid en leefbaarheid. Daarbij is voor deze Staat met name gebruik gemaakt van gegevens over 2019.

In de Staat is onder meer dat een trendbreuk zichtbaar in bouwopgave in de corporatiesector: het aantal gebouwde corporatiewoningen is na jaren van daling licht toegenomen in 2019. In totaal realiseerden de woningcorporaties ongeveer 14.900 woningen, waardoor het totale aantal corporatiewoningen in Nederland komt op 2,38 miljoen. De ambitie is om binnen twee jaar de jaarlijkse nieuwbouwproductie van woningcorporaties te laten groeien naar 25.000 woningen.

In 2019 was de gemiddelde huurstijging voor zittende huurders 1,88%, net iets boven de inflatie van 1,7% van 2018. Daarnaast is in 2019 meer geïnvesteerd in de woonkwaliteit van corporatiewoningen door meer onderhoud en woningverbetering. De energie-index, de graadmeter voor energielabels, ligt volgens de Staat van de Corporatiesector nu gemiddeld op 1,57, ten opzichte van 1,65 in 2018. Het uiteindelijke doel is om deze index terug te brengen naar 1,4 (gemiddeld energielabel B) in 2021.

Financiële positie versterkt door lagere rente

De financiële positie van de sector is iets versterkt. Dit komt voornamelijk omdat woningcorporaties gemiddeld een lagere rente betaalden over hun leningen dan in de voorgaande jaren. De verbeterde positie is dus geen gevolg van een structureel verbeterde verdiencapaciteit. Verder stelt Aw dat de interne organisatie, het interne beheer en het interne toezicht op orde zijn bij de meeste corporaties. Een welkom gegeven, aangezien de groeiende woningbouwopgave voor corporaties in de toekomst veel gaat vragen van het bestuur, de risicobeheersing en het intern toezicht.

Flinke investeringsopgave

Ondanks de positieve ontwikkelingen in 2019 staat de corporatiesector nog steeds voor een flinke financiële opgave. In de Staat van de Corporatiesector wijst Aw op diverse aandachtspunten, waaronder de balans tussen de huidige maatschappelijke opgaven en de financiële mogelijkheden van de woningcorporaties. Zo zijn er investeringen nodig op het gebied van nieuwbouw, leefbaarheid en verduurzaming waarvoor corporaties in de komende jaren onvoldoende financiële middelen hebben.

Om te investeren in de leefbaarheid en verduurzaming in kwetsbare gebieden stelt het ministerie 450 miljoen euro beschikbaar via het Volkshuisvestingsfonds. Met deze middelen kunnen bijvoorbeeld oude wijken opgeknapt worden. Daarnaast is er voor aangevraagde vermindering verhuurderheffing bij sociale nieuwbouw ruim € 1,8 miljard opgenomen in de Rijksbegroting.

Minister Kajsa Ollongren over de investeringsopgave van woningcorporaties: “Mijn beleid van de afgelopen jaren is gericht op het aanpakken van die uitdagingen, maar het grootste probleem blijft dat de financiële middelen van de sector op het middellange termijn niet in balans zijn met de opgave waar zij voor staan. Het is aan het volgend kabinet om hierover besluiten te nemen.”