Fusies

Als een woningcorporatie een fusie wil aangaan, dan zal de woningcorporatie daarvoor goedkeuring moeten krijgen van de Autoriteit woningcorporaties. Daarbij zal in ieder geval inzichtelijk moeten worden gemaakt wat de gevolgen zijn van de voorgenomen fusie voor de lokale volkshuisvesting in de gemeenten waar de nieuwe organisatie na de fusie voornemens is werkzaam te zijn. Goedkeuring is echter niet vereist wanneer een woningcorporatie een verbinding aangaat met een vereniging, waarvoor jaarlijks slechts een lidmaatschapsbijdrage verschuldigd is.

Een voorwaarde voor het goedkeuren van een voorgenomen fusie, is dat de betrokken woningcorporatie(s) aannemelijk hebben gemaakt dat met de fusie het belang van de volkshuisvesting beter is gediend, dan wanneer de fusie niet tot stand zou komen. Dat kan bijvoorbeeld zijn doordat een van de fusiepartners over onvoldoende middelen of organisatiekracht beschikt om nog goed uitvoering te geven aan het volkshuisvestelijk beleid van de gemeente.

Indien een woningcorporatie wenst te fuseren, geldt in beginsel de reguliere fusieprocedure. Indien een woningcorporatie wil fuseren met een verbinding van de woningcorporatie, niet zijnde een woningvennootschap, dan geldt de verlichte fusieprocedure.

Overleg

Over een voornemen tot fusie voert een woningcorporatie zowel in de reguliere als in de verlichte fusieprocedure overleg met de relevante colleges van Burgemeester en Wethouders en met de betrokken huurdersorganisaties. Alleen in de reguliere fusieprocedure heeft de huurdersorganisatie de mogelijkheid om een zienswijze over de voorgenomen fusie af te geven. In dat geval kan de toezichthouder deze zienswijze alleen naast zich neerleggen als de corporatie niet naar redelijkheid kan bijdragen aan het volkshuisvestingsbeleid in de gemeente waar zij werkzaam is in het geval van financiële noodzaak of wanneer de toezichthouder een bij de fusie betrokken woningcorporatie een aanwijzing heeft gegeven als gevolg van gebrekkige governance. Daarmee hebben huurdersorganisaties in de reguliere fusieprocedure en met uitzondering van de hiervoor genoemde specifieke gevalleninstemmingsrecht op de voorgenomen fusie.

Wijziging na gewijzigde Woningwet 1 januari 2022

Met de wijziging van de Woningwet blijven de bestaande voorschriften voor fusie gelden als reguliere procedure. Hierbij hebben huurdersorganisaties een instemmingsrecht, behalve zeer uitzonderlijke gevallen. In zo’n uitzonderlijk geval kan de Autoriteit woningcorporaties (Aw) ondanks een negatieve zienswijze van een huurdersorganisatie het fusievoorstel toch goedkeuren. Dat is met deze wijziging ook het geval wanneer de Autoriteit een betrokken woningcorporatie een aanwijzing geeft op grond van artikel 61d van de Woningwet als gevolg van een gebrekkige governance. In de praktijk komt een dergelijke aanwijzing zelden voor. Overigens geldt voor huurders van ander vastgoed dan woongelegenheden dat zij in de reguliere fusieprocedure geen mogelijkheid meer krijgen om een zienswijze te geven op het fusievoorstel. Dit gebeurt, omdat de Woningwet hierbij voorzag in een dubbele waarborg naast de rechtsbescherming die deze huurders genieten op grond van het Burgerlijk Wetboek.

Naast de reguliere fusieprocedure introduceren we een verlichte procedure, namelijk wanneer een woningcorporatie wenst te fuseren met een verbinding, maar geen woningvennootschap. In deze verlichte procedure worden primair de financiële gevolgen van de fusie beoordeeld. Daarnaast dient de betrokken woningcorporatie in de verlichte procedure overleg te voeren met de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten waarin de woningcorporatie werkzaam is en de betrokken huurdersorganisatie(s). Maar deze partijen hebben geen instemmingsrecht ten aanzien van het fusievoorstel. In dat kader is ook de overlegging van een positieve zienswijze niet meer nodig. Dit is gerechtvaardigd, omdat de fusies die vallen onder de verlichte procedure geen of slechts beperkte volkshuisvestelijke gevolgen met zich brengen. Ook wordt met de wijziging van de Woningwet duidelijk dat als verbindingen niet met de woningcorporatie fuseren maar alleen met elkaar, hiervoor geen goedkeuring nodig is op grond van de Woningwet.


Voor het aangaan van fusies heeft de Aw beleidsregels opgesteld.

Relevante regelgeving

De volgende regelgeving is relevant voor dit onderwerp:

Tevens heeft de Autoriteit woningcorporaties beleidsregels opgesteld inzake de invulling van de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets en de onverenigbaarheden.