Voor bepaalde groepen urgent woningzoekenden is het van extra groot belang dat zij snel een woning vinden. Bijvoorbeeld voor jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg, of mensen die uit het beschermd wonen of de maatschappelijke opvang komen. Dat is voor henzelf én de maatschappij beter, omdat het bijvoorbeeld kosten bespaart in de zorg.
De wet Versterking regie volkshuisvesting zorgt voor een eerlijke verdeling van woningzoekenden.
Hier vind je veelgestelde vragen over een eerlijke verdeling van woningen voor woningzoekenden.
Momenteel kunnen veel urgent woningzoekenden geen beroep doen op een voorrangsregeling. Voor bepaalde groepen urgent woningzoekenden, zoals jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg, of mensen die uit het beschermd wonen of de maatschappelijke opvang komen, is het van extra groot belang dat zij snel een woning vinden. Dat is voor henzelf beter, maar ook maatschappelijk, bijvoorbeeld omdat het kosten bespaart in de zorg.
Op dit moment kunnen deze groepen vaak alleen met voorrang terecht in de grote gemeenten. Kleinere gemeenten hebben vaak geen urgentieregeling en huisvesten dus ook minder woningzoekenden uit deze groepen. Dat leidt ertoe dat regulier woningzoekenden in grote gemeenten onvoldoende kans op een woning hebben. Dit zet de leefbaarheid in wijken soms onder druk.
Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat alle gemeenten gaan bijdragen aan de huisvesting van urgent woningzoekenden. Dit wetsvoorstel verplicht namelijk alle gemeenten om een huisvestingsverordening vast te stellen waarin in ieder geval een urgentieregeling is opgenomen. In deze urgentieregeling nemen de gemeenten de in dit wetsvoorstel geregelde categorieën van urgent woningzoekenden verplicht op.
Het wetsvoorstel gaat uit van regionale samenwerking voor de verdeling van de urgent woningzoekenden. De verdeelafspraak die gemeenten hierover met elkaar maken moet volstaan om de wettelijk verplicht urgent woningzoekenden uit de woningmarktregio met voorrang te kunnen huisvesten. Deze afspraken maken de colleges van burgemeester en wethouders en worden daarna vastgelegd in de huisvestingsverordening. Zo maken urgent woningzoekenden meer kans op een passende woning en behouden ook reguliere woningzoekenden een goede kans op een woning.
Gemeenten kunnen zich nu al op voorbereiden op deze verplichting door de regionale samenwerking op te zoeken, een woonzorgvisie op te stellen en hierin de opgave voor aandachtsgroepen en urgent woningzoekenden in kaart te brengen. Deze informatie kan na inwerkingtreding van de wet landen in het volkshuisvestingsprogramma.
Om gemeenten en lokale partijen te ondersteunen bij het maken van regionale afspraken en om de voortgang hiervan te monitoren is de Monitor Huisvesting Aandachtsgroepen ontwikkeld. In de monitor staat informatie over de omvang en ontwikkeling van aandachtsgroepen die huisvesting nodig hebben. De informatie is op landelijk, provinciaal, regionaal (woondealregio) en lokaal niveau in de monitor beschikbaar. De monitor wordt de komende tijd verder verrijkt en aangevuld.
De huisvestingsopgave voor aandachtsgroepen vergt goede regionale afstemming tussen provincies, gemeenten, woningcorporaties, huurders, zorg- en welzijnsorganisaties. Soms moet de samenwerking tussen partijen nog worden opgebouwd, moet er langs verschillende regionale indelingen worden samengewerkt of is de benodigde data en capaciteit voor uitvoering niet voorhanden. Dankzij het breed gedragen besef dat er urgent hulp nodig is voor mensen die dat niet goed zelf kunnen, is in bijna het hele land regionale samenwerking tot stand gebracht tussen betrokken partijen. Om gemeenten te ondersteunen bij de inwerkingtreding van de wet, organiseren het Rijk en VNG diverse regiobijeenkomsten. Ook komt er een handreiking voor het maken van prestatieafspraken en een model-huisvestingsverordening met urgentieregeling.
Als gemeenten niet samenwerken, is het moeilijker om woningzoekenden passende woonruimte aan te bieden. Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting zal gemeenten daarom verplichten om regionale afspraken te maken over de verdeling van de bij wet vastgelegde categorieën van urgent woningzoekenden. Voor deze afspraken krijgen gemeenten de nodige tijd. Hoelang dat is, staat in een koninklijk besluit. Mocht het niet lukken om binnen deze gestelde tijd tot regionale verdeelafspraken te komen, dan moet iedere gemeente voor urgent woningzoekenden een wettelijk bepaald percentage van de vrijkomende aangewezen categorie van huurwoonruimte beschikbaar stellen. Dit percentage is 15%.
Op basis van het interbestuurlijk toezicht is de provincie verantwoordelijk voor het eerste toezicht op gemeenten.