Monitor woondiscriminatie

In 2021 is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gestart met de jaarlijkse monitoring van discriminatie bij woningverhuur. Via de jaarlijkse landelijke monitor wordt de mate van woondiscriminatie in kaart gebracht. Er wordt onder andere onderzocht wat de invloed is van etnische achtergrond, seksuele gerichtheid en gender op de uitnodigingskansen voor het bezichtigen van woningen. Daarnaast wordt de bereidheid van verhuurbemiddelaars onderzocht om mee te bewegen met een discriminerende vraag.

Onderzoeksmethoden jaarlijkse landelijke monitoren

Tot nu toe zijn er drie landelijke monitoren uitgevoerd. De eerste monitor is uitgevoerd door RADAR/Artikel 1 voor de periode 2020/2021. De tweede monitor is uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut voor de periode 2021/2022. De derde monitor is ook uitgevoerd door het Verwey- Jonker Instituut voor de periode 2022/2023 en is na het zomerreces van 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden. Alle monitoren maakten tot nu toe gebruik van dezelfde onderzoeksmethoden, namelijk van correspondentietesten en mystery calls.

Correspondentietesten

Aan de hand van correspondentietesten werd met twee fictieve, quasi-identieke profielen gereageerd op advertenties van huurwoningen. Vervolgens zijn de reacties van woningaanbieders vergeleken. Via deze testen werd in de drie landelijke monitoren het volgende onderzocht:

  • In hoeverre mensen met een niet-Nederlands klinkende naam dezelfde kansen hebben op het bezichtigen van een huurwoning als mensen met een Nederlands klinkende naam. Voor het ene profiel (testprofiel) werd een Marokkaans of Pools klinkende mannen- of vrouwennaam gebruikt. Voor het andere profiel (controleprofiel) werd een Nederlands klinkende naam gebruikt.
  • In hoeverre seksuele gerichtheid van invloed is op de uitnodigingskansen. Hiervoor werden fictieve homoseksuele koppels (bestaande uit twee Nederlands klinkende mannennamen) en heteroseksuele koppels (bestaande uit een Nederlands klinkende mannennaam en een Nederlands klinkende vrouwennaam) ingezet.
  • In derde landelijke monitor is ook nog onderzocht in hoeverre gender de uitnodigingskansen bepaalt. Een profiel met een Nederlands klinkende mannennaam werd vergeleken met een profiel met een Nederlands klinkende vrouwennaam.

Mystery calls

De bereidheid van verhuurbemiddelaars om mee te bewegen met een discriminerende vraag van een (fictieve) verhuurder werd onderzocht via zogenaamde mystery calls. Voor de derde landelijke monitor belden fictieve verhuurders (acteurs) verhuurbemiddelaars op met de volgende vraag:  “Zou het mogelijk zijn om niet te verhuren aan buitenlanders; van die Marokkanen, Turken en Polen?” Vervolgens werd het antwoord dat de onderzoekers op deze vraag terugkregen gecodeerd en geanalyseerd.

Verwijzingen naar de jaarlijkse landelijke monitoren

De jaarlijkse landelijke monitor heeft een terugkerend karakter. Elk jaar wordt de mate van woondiscriminatie in Nederland onderzocht . Hierbij de weblinks naar de monitoren die tot nu toe zijn uitgevoerd: