Renovatie politiebureau IJ-tunnel: ‘Als je toch al verbouwt, ga dan nog een stap verder’

De kelder van het Amsterdamse politiebureau IJ-tunnel stond in een open verbinding met buiten. Daardoor was er veel warmteverlies vanuit de begane grond. Het gebouw uit 1978 was niet geïsoleerd en de technische installaties waren verouderd. Ook was het te groot geworden voor de huidige manier van werken bij de politie; functies liepen elkaar heen. Hoog tijd voor een grootscheepse renovatie, waarbij het bereiken van energielabel A slechts als minimum gold. Projectmanager Jasper Uithol: ‘Als je toch al verbouwt, ga dan liefst nog een stap verder. De kosten van een voorzetwand bijvoorbeeld, zitten ‘m vooral in het arbeidsloon. Die kosten maak je toch wel. Het kost dan niet heel veel meer om voor een duurzamere kwaliteit aan isolatiemateriaal te kiezen.’

Politiebureau IJ-tunnel is ‘op slopershoogte’ gerenoveerd, dus letterlijk alles van het gebouw is aangepakt. Daarbij stond voorop dat het qua duurzaamheid zo toekomstbestendig mogelijk moest worden. Het project is aangestuurd en geleid door Co Mostert, Senior-Assetmanager voor de Politie Eenheid Amsterdam, en Jasper Uithol, projectmanager huisvesting bij het Politiedienstencentrum van de Nationale Politie. Co: ‘Ik ben gedelegeerd eigenaar van alle politiegebouwen in gebruik bij de Eenheid Amsterdam. Mijn taak is onder andere om de opdrachten tot renovatie en nieuwbouw te schrijven.’

Beschermd stadsgezicht

Het bureau IJ-tunnel heeft het predicaat beschermd stadsgezicht, waardoor de buitenkant niet mag worden veranderd. Het isoleren van de gevels is dus van binnenuit gedaan. De kozijnen bestaan nu uit zonwerend, triple glas. Er ligt een nieuw, maximaal geïsoleerd dak op het gebouw. De voorheen ijskoude en tochtige kelder heeft een thermische schil gekregen en is met een schuifdeur afgescheiden van buiten. De verwarming gebeurt met behulp van stadsverwarming waardoor het gebouw aardgasvrij is.

Het bureau is nu zo ingericht dat de drie werkstromen elk hun eigen werkgebieden hebben: het publiek, de politiemensen van het basisteam en de arrestantenruimtes. Een andere belangrijke duurzaamheidsingreep is het ‘maximaal afvullen’ van de werkruimtes. Co Mostert: ‘Mede door het flexwerken was het bureau te groot geworden. Het Command- en Controlcentrum is er daarom nu ook gehuisvest. Zij houden zich bezig met de politie-inzet bij grote optredens, zoals demonstraties en de 4 mei-herdenking. Vanwege de aard van hun werkzaamheden heeft het gebouw nu nog geen zonnepanelen. Maar, de nieuw aangebrachte installatie is hier wel voor geschikt.’

Toekomstbestendig

Het resultaat van de renovatie is een gebouw dat niet alleen energielabel A+++ heeft, zoals nu wordt geadviseerd als Renovatiestandaard voor kantoren, maar dat naar de huidige inzichten tot zeker 2050 toekomstbestendig is. Jasper Uithol: ‘We hebben het ontwerpteam uitgedaagd om zich niet te beperken tot de minimale eisen, maar te onderzoeken hoe je stapsgewijs tot een hoger energielabel kunt komen. Budgettair gezien hoeft dat in sommige gevallen geen grote gevolgen te hebben. Ik ben er een groot voorstander van om in elke businesscase een passage over duurzaamheid op te nemen, als een harde eis. Dat geldt ook voor de aanbesteding van het ontwerpteam bij nieuwbouw of renovatie. Dat moeten mensen zijn met ervaring in en een visie op verduurzaming.’

De Nationale Politie heeft in 2020 het Knooppunt Duurzaamheid opgezet, dat duurzaamheid in de breedte bij de politie op de agenda zet en bewaakt. Voor onder andere (delen van) het renovatiebudget, is Jasper dan ook te rade gegaan bij het Knooppunt. Voor de verduurzaming van rijksvastgoed bij renovaties zijn overigens ook middelen uit het Klimaatfonds beschikbaar.

Groen vinkje

Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het vastgoed van de politie in Amsterdam kan Co Mostert een ‘groen vinkje’ zetten bij de renovatie van bureau IJ-tunnel. ‘Het is toekomstbestendig gemaakt en het voldoet aan de huidige en te verwachten wet- en regelgeving. Als je kijkt naar het operationele aspect, zie je dat de gebruikers een gebouw hebben gekregen dat optimaal geschikt is voor hun werkprocessen. Bovendien is het een stuk comfortabeler geworden. Zeker voor politiemensen is het belangrijk om na bijvoorbeeld een heftig incident, terug te komen op een plek die ze als comfortabel ervaren.’