Hospita’s zijn terug van weggeweest. Ook de gemeente Breda laat zien dat deze woonvorm bijdraagt aan het oplossen van de woningnood. Samen met stichting de Herberg slaagt de gemeente erin inwoners die ‘economisch dakloos’ zijn te koppelen aan een stadsgenoot die een kamer over heeft.
Stellen die uit elkaar gaan maar nog samenwonen, Nederlanders die terugkomen na een periode in het buitenland, vrienden die een huis delen en waarvan er één een relatie krijgt; allemaal vallen ze onder de noemer economisch dak- en thuisloze mensen. Deze groep mensen heeft geen bijzondere zorgvraag, maar heeft wel met spoed een woning nodig. Speciaal voor hen introduceerde de Amsterdamse Regenbooggroep een paar jaar geleden hun matchingsconcept Onder de Pannen: een methode waarmee mensen voor maximaal een jaar worden gekoppeld aan stadsgenoten die een kamer over hebben. Een hospita dus.
Beeld: © Rijksoverheid
Robert Driesen is sinds 2022 beleidsadviseur bij de afdeling sociaal beleid van de gemeente Breda. Die gemeente raakte een aantal jaren geleden geïnteresseerd in de mogelijkheden van hospitaverhuur. “In 2021 kregen gemeenten extra middelen voor het bestrijden van dak- en thuisloosheid”, vertelt hij. “In Breda is toen gezocht naar mogelijkheden om vastgoed beter te benutten. Onze gemeente heeft toen besloten in te zetten op de aanpak van Onder de Pannen en gingen de samenwerking aan met stichting de Herberg. We kozen voor een regionale aanpak met één regionale projectcoördinator. Daarmee waren we een van de eersten in Nederland.”
Matching
Inwoners van Breda komen op verschillende manieren terecht bij Onder de Pannen. Soms melden ze zich via het loket Centraal Onthaal van de gemeente, waar ze melden dat ze dreigend dak- en thuisloos zijn. Maar soms ook komen ze via de website van Onder de Pannen of bijvoorbeeld maatschappelijk werk. Als hospitaverhuur voor iemand een passende oplossing lijkt te zijn, voert Centraal Onthaal een screening uit. Robert: “We willen zeker weten dat iemand bijvoorbeeld geen openstaande schulden heeft, of een alcohol- of drugsverslaving. En dat iemand in staat is om te werken en/of een stabiel inkomen heeft. Want als er meer aan de hand is dan alleen een woonvraag, hebben we andere ondersteuningstrajecten die beter aansluiten. Zoals dag- en nachtopvang en/of een tijdelijke woonplek met ambulante begeleiding.”
Na de screening neemt Rick van Lieshout contact op voor een kennismaking. Rick is sinds 2024 projectcoördinator voor stichting de Herberg. Hij maakt een persoonlijk profiel van de kandidaat. Naast werk, studie en inkomen, kijkt hij ook naar iemands karaktereigenschappen, bijzondere hobby’s en leefritme. “Je wilt dat een hospita en huurder het goed met elkaar kunnen vinden.”
Het vinden van potentiële hospita’s kan een uitdaging zijn. Hoewel hospitaverhuur steeds meer terug van weggeweest is, denken mensen er niet automatisch aan, weet Rick. “Iemand als Paula (zie hieronder) bewijst hoe goed het kan werken. Ze is alleen, haar kinderen zijn het huis uit, ze zit daardoor qua vierkante meters ruim in haar jasje en heeft een sociaal hart. Ook wat oudere mensen zien de voordelen in het hebben van een huurder. Het brengt levendigheid in huis. Bovendien besteden we veel aandacht aan het maken van een goede match.”
Toestemming van verhuurder of hypotheekverstrekker
Bijna iedereen die zich aanmeldt met interesse in hospitaverhuur wil dat vervolgens ook een kans geven. Vervolgens is het belangrijk dat hospitaverhuur ook is toegestaan. Robert: “In Breda hebben we bijvoorbeeld een gemeentelijke hospitaregeling: die staat het woningeigenaren onder voorwaarden toe om zonder vergunning een of meerdere kamers te verhuren. Maar hypotheekverstrekkers hebben in hun voorwaarden bijna altijd een verbod op verhuur opgenomen, en daarmee ook op hospitaverhuur.”
De geplande wetswijziging hospitaverhuur van het ministerie van VRO moet onder meer deze belemmering gaan wegnemen. Maar ook corporaties staan hospitaverhuur soms niet toe. En ook bestemmingsplannen kunnen hospitaverhuur soms nog uitsluiten. Om teleurstellingen te voorkomen is het dan ook essentieel om als gemeente de lokale randvoorwaarden voor hospitaverhuur goed in beeld te hebben. Daarbij gaat het om wetten en regels rondom ruimtelijke ordening, maar ook om sociale regelingen.
“Juist in dit soort gevallen bewijst Onder de Pannen haar meerwaarde”, legt Robert uit. “De hospita wordt volledig ontlast door stichting de Herberg.” Wanneer het nodig is, worden bijvoorbeeld ook gesprekken gevoerd met de gemeente of woningcorporaties. Rick: “Wij kijken naar wet- en regelgeving, leggen de maximale huurprijs vast en onderzoeken of huurders in staat zijn de huur te betalen. Ook de inning en uitbetaling van de huur nemen we voor onze rekening.”
Op weg naar structurele oplossing
Alles bij elkaar vergt het stimuleren van hospitaverhuur best een investering en een lange adem. Maar als de basis eenmaal staat, levert dat een waardevolle bijdrage aan het beter benutten van de woningvoorraad. Rick: “Hospitaverhuur is op dit moment mogelijk voor maximaal een jaar. We motiveren nieuwe huurders vanaf dag één dat ze bij de hospita intrekken om vooral te blijven zoeken.”
Met de eerdergenoemde geplande wetswijziging wordt het in de toekomst mogelijk om speciaal voor hospitaverhuur een tijdelijk huurcontract voor maximaal vijf jaar aan te bieden. Zo hoeft een hospita niet direct een vast huurcontract aan te bieden, maar kan iemand wel langer dan een jaar bij de hospita wonen.
"’Ik moest wel even wennen aan het idee’"
Sinds 2025 huurt Zosja (23) een kamer in huis bij Paula (67). Het is een van de succesverhalen van Onder de Pannen.
Paula: “Ik ben een alleenstaande vrouw van 67, ik woon nu ongeveer tien jaar alleen. In een nieuwsbrief van mijn verhuurder Vesteda las ik over Onder de Pannen. Ik was meteen nieuwsgierig en moest tegelijk even wennen aan het idee. Je geeft als hospita toch een deel van je privacy op. Toch besloot ik contact op te nemen en vervolgens voerde ik een gesprek met Rick.”
Zosja: “Ik kom oorspronkelijk uit Breda en volgde een opleiding in Enschede. Toen ik uit mijn studio daar moest, wilde ik terug naar Breda. Ik vond er een vaste baan, maar geen woonruimte. Na maandenlang bij vrienden op de bank slapen, klopte ik bij de gemeente aan. Ik werd daarna gebeld door Rick. Ik sprak uiteindelijk met twee potentiële verhuurders. Met Paula had ik meteen een klik. Twee weken later ben ik verhuisd.”