Woningverhuurder Mischa van der Zee: ‘Als je een eerlijke prijs vraagt, heb je nooit gedoe’

Al ruim twintig jaar verhuurt Mischa van der Zee woningen. Met oog voor mooie panden en woonplezier voor de bewoners. Een lastige tijd voor particuliere verhuurders? Van der Zee reageert er nuchter op: “De ene periode vallen de kwartjes de goede kant op en nu vallen de kwartjes even de verkeerde kant op.”  

“Als je voor een huis staat, moet je het mooi vinden en het gevoel hebben: daar kan ik wel wat mee!” Zodra Van der Zee vertelt over zijn panden, veert hij op. Als er eentje te koop staat die in een belabberde staat verkeert, ziet hij meteen de potentie. “Het is niet alleen het rendement waar ik dan denk, ik vind het vooral ook leuk om er iets van te maken.” Inmiddels heeft hij acht panden in de regio Zwolle die hij verhuurt. Niet alleen aan particulieren, maar ook aan bedrijven. “In ons vorige huis heb ik 22 jaar geleden twee kamers gemaakt voor de verhuur om het huis te kunnen betalen. Daarna zocht ik een garagebox om mijn spullen kwijt te kunnen. Die heb ik samen met een aantal andere garageboxen gekocht die ik vervolgens ook ging verhuren. Zo is het balletje gaan rollen.”

WWS leidend  

Voor Van der Zee is het huidige woningwaarderingsstelsel leidend voor de huurprijs die hij vraagt. Hoewel de regulering nu geldt tot en met 147 punten, is voor hem het puntenstelsel ook leidend voor woningen die meer punten waard zijn. De eventuele uitbreiding van de regulering naar 186 punten door de komst van de Wet betaalbare huur, zal voor hem dan ook niet nadelig uitvallen. Tegelijkertijd zijn de omstandigheden voor particuliere beleggers volgens hem allerminst gunstig. “We hebben te maken met een hoge rente, een hoge overdrachtsbelasting van 10,4%, een vermogensbelasting in box 3 die fors is en de bouwkosten om van de woning iets moois te maken zijn ook niet gering. In Kampen hebben we onlangs een monumentaal pand gezien dat nu leegstaat. Met wat inspanning zouden we het geschikt kunnen maken om te verhuren als winkelpand en woonpand. Maar daar hebben we -om alle redenen die ik net noemde- van afgezien. Als je het allemaal optelt, is het niet rendabel te krijgen.”

Veel vraag 

Dat de vraag naar huurwoningen onverminderd groot is, merkt Van der Zee ook: “Als je een advertentie zet ben je het zo kwijt. Dan is het echt kijken: hoe gaan we een selectie maken? Als ik zou willen, zou ik zo meer huur kunnen vragen.” Maar hij doet het niet: “Als je een huurprijs vraagt die past bij de kwaliteit van de woning, heb je ook geen gedoe met huurders. Ze weten dan dat ze een eerlijke prijs betalen. Ik heb liever zekerheid voor de lange termijn. Een huis opknappen en het vervolgens met veel winst verkopen, het zogenaamde ‘huizenflippen’ past ook niet bij mij. Ik wil gewoon een pand mooi maken en zorgen dat mensen er met plezier kunnen wonen.”

Wet betaalbare huur 

 Hoewel Van der Zee zelf niet financieel geraakt wordt door de Wet betaalbare huur, heeft hij er wel wat dubbele gevoelens over: “Het zal vast een stukje bijdragen aan het beteugelen van de cowboys in de markt, zodat er straks niet alleen nog maar yuppen wonen in de binnenstad van grote steden. Tegelijkertijd: als een woning zes ton waard is, waarom zou je dat dan niet volledig mogen meewegen in de huurprijs?” Daarnaast ziet hij ook regionale verschillen. “Hier in Zwolle valt het met de extreme huren over het algemeen wel mee. Maar in steden als Utrecht of Amsterdam ligt dat anders.” Hij hoort dan ook weinig collega’s die door de aangepaste regulering hun vastgoed van de hand willen doen. Ook hijzelf niet. Om de recente actie van een makelaar in Den Haag moest hij glimlachen. De man plakte een bord op een huis dat hij te koop zette met de tekst: Dit huis komt nooit meer te huur. Van der Zee: “Ik begrijp de actie wel, maar aan de andere kant: als het niet verhuurd wordt maar verkocht, wonen er toch ook mensen? Dat huis is toch niet weg?”