Centrum Duurzaam ROC Friese Poort: 'Benader verduurzaming eerst persoonlijk, daarna vanuit het vak'

Het Duurzaam Doen Huis is een levensechte leeromgeving voor studenten en bedrijven van Centrum Duurzaam van ROC Friese Poort. Hier maken zij kennis met innovatieve technieken om woningen en bedrijfspanden te verduurzamen. Projectleider Roeland Westra van Centrum Duurzaam vertelt over de succesvolle training ‘Hoe verduurzaam ik mijn woning of pand’.

In 2030 willen we dat 27 procent van de gebouwen in Nederland duurzaam is. In 2050 willen we dat bijna honderd procent energieneutraal is en iedereen van aardgas af is. Daarom startte ROC Friese Poort het Duurzaam Doen Huis. Roeland: “Dit is een praktijkruimte voor studenten en bedrijven om kennis te maken met duurzame installaties. Hier ontdekken en leren ze welke stappen nodig zijn om thuis of op het werk energieneutraal te worden.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Roeland Westra

Eyeopener

Voor Roeland was de deelname van medewerkers van de gemeente Leeuwarden verfrissend. “Zij gingen in de training eerst als mens aan de slag met verduurzaming, vanuit hun eigen interesse en motivatie”, vertelt hij. “Hoe pakken zij dit in hun eigen leven aan en welke vragen hebben ze? Pas daarna vroegen we ze als vakmens naar verduurzaming te kijken. Zo sla je twee vliegen in één klap. De gesprekken die zij hierover met burgers en bedrijven voeren gaan daarna makkelijker. Ze zijn nu veel deskundiger om andere mensen te helpen verduurzamen. We beginnen dus bij de mens zelf, daarna kijken we pas naar de deelnemer als vakmens.”

Drie stappen: Trias Energetica

Met deze training wil Centrum Duurzaam verduurzaming realistisch maken en dichtbij de mensen brengen. Hoe pak je het aan? Roeland: “Als eerste vraag ik deelnemers, in dit geval de medewerkers van gemeente Leeuwarden: wat zou de eerste of volgende stap zijn om thuis energie te sparen? Isolatie, zonnepanelen en warmtepompen zijn dan veelgehoorde reacties. Daarna daag ik ze uit om een plan te volgen, namelijk de Trias Energetica. Dit plan bestaat uit drie stappen: het minimaliseren van energieverbruik (isoleren, warmteterugwinning), het gebruik van duurzame energieopwekking (warmtepomp, zonnepanelen) en, indien noodzakelijk, het efficiënte gebruik van fossiele brandstoffen. Bijvoorbeeld, als je meer dan 10 minuten per dag doucht, hoe zorg je er dan voor dat dit 5 minuten wordt in het kader van het minimaliseren van het energieverbruik?’’

“In stap 2 verkennen we duurzame installaties waarmee zelf energie kan worden opgewekt door middel van zon, wind, aardwarmte of biomassa”, vervolgt Roeland. “In onze praktijkruimte gaan de medewerkers van gemeente Leeuwarden dit ook echt zelf ontdekken. Als je een warmtepomp wilt, past deze wel in jouw huis? Mensen verkijken zich erop hoe groot zo’n ding is. Soms komen ze erachter dat andere maatregelen veel handiger zijn. Als het niet anders kan, kijken we in stap 3 naar duurzame opties binnen fossiele brandstoffen. Bijvoorbeeld een hybride warmtepomp die bij lage temperaturen overgaat op de cv-ketel.” Tenslotte ontdekken ze aan de hand van de eigen energierekening welke investeringen nodig zijn om energie te besparen om zo een duurzaam gebouw te realiseren. Roeland: “Ze maken kennis met ruim 20 duurzame technieken en ze stellen zelf de energiemix samen voor hun eigen woning.”

Voorbereiding

De training is volgens Roeland tegelijk een goede voorbereiding op het gesprek met de installateur. “Door de training krijg je kennis van zaken en kan je goed meepraten over wat jouw woning of bedrijf, of wat betreft de gemeente Leeuwarden de bewoner, nodig heeft op het gebied van duurzaamheid”, legt hij uit. “We hebben ook allerlei andere soorten deelnemers gehad, zoals studenten en allerlei soorten groepen uit het bedrijfsleven. Zo ook een groep kapsters. Zij kwamen binnen met het idee dat het allemaal te technisch voor ze zou zijn. Maar na afloop voeren ze intensieve gesprekken over lage temperatuurverwarming.”

“Ik durf voor mezelf te zeggen, dat we door onze welvaart verwend zijn geworden”, meent Roeland. “Water komt toch wel uit de kraan en als we willen kunnen we oneindig het licht aan houden. Maar dit is wel hét moment dat we als rentmeesters van deze wereld stappen moeten gaan zetten. Ik zou zo’n training dus elke gemeente aanraden. Want de energietransitie raakt ons allemaal.”