Eerste monitoring Wet kwaliteitsborging bouw: te vroeg voor definitieve conclusies over werking stelsel
Uit de eerste monitoringsrapportage van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) blijkt dat er nog onvoldoende praktijkervaring is opgedaan om definitieve conclusies te trekken over de werking van het stelsel voor kwaliteitsborging. De wet lijkt over het algemeen een positief effect te hebben op de bouwkwaliteit, maar er zijn ook geluiden dat de administratieve lasten zijn toegenomen. Veel partijen moeten nog wennen aan de nieuwe manier van werken, aan elkaar en aan de uitvoering van de taken binnen de Wkb. Vandaag stuurde Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de monitoringsrapportage 2024 naar de Eerste Kamer.
Resultaten eerste monitoring
De wet is op 1 januari 2024 in werking getreden met als doel om een betere bouwkwaliteit te leveren en de consumenten hierbij een sterkere positie te geven. In 2024 zijn er 1.446 projecten gestart met kwaliteitsborging. Daarvan hebben 33 projecten het hele proces doorlopen van start bouw tot en met gereedmelding. De praktijkervaringen zijn daarmee nog beperkt. De monitoring is uitgezet onder brancheorganisaties, kwaliteitsborgers, aannemers, gemeenten en opdrachtgevers via enquêtes, interviews en zogenoemde ervaringssessies. Tijdens het onderzoek gaven alle partijen, behalve de gemeenten, aan dat de bouwkwaliteit is verbeterd. Over de administratieve lasten gaven aannemers aan een verzwaring te ervaren mede omdat de controle op naleving is verscherpt met de komst van de kwaliteitsborger. Voor gemeenten en aannemers geldt dat hun rol door de Wkb is veranderd ten opzichte van de situatie vóór 2024. De deelnemers aan het onderzoek hebben geen zware, onvoorziene of spoedeisende knelpunten teruggekoppeld. Wel hebben zij enkele aanbevelingen gegeven om de werking van het nieuwe stelsel te verbeteren.
Gezamenlijk werkprogramma 2025
Samen met betrokken landelijke overlegpartijen gaat het ministerie van VRO aan de slag met de aanbevelingen uit deze eerste monitor. Het gaat dan onder meer om het uniformeren van werkprocessen, het periodiek evalueren van samenwerkingen en het centraal registreren van incidenten en sancties. Daarnaast komt er een gezamenlijk werkprogramma 2025 waarmee meer duidelijkheid komt over welke bouwwerken onder de Wkb moeten behoren en wat niet alsnog vergunningvrij gemaakt kan worden. Denk hierbij aan projecten met relatief weinig risico, zoals lichtmasten of padelbanen. Ook zal nadrukkelijk worden gekeken naar verlaging van de administratieve lasten, die de partijen elkaar onderling veroorzaken. En ter verbetering van de informatiepositie wordt de inhoud van het dossier bevoegd gezag onder de loep genomen.