In gesprek met gemeenten over huisvesting vergunninghouders
Nieuwsbericht | 18-04-2024 | 16:35
Op 14 maart 2024 kwamen meer dan 100 gemeenten, maar ook welzijnsorganisaties en woningcorporaties in Utrecht bijeen om te praten over de huisvesting van vergunninghouders. Ervaringen werden gedeeld en goede (en minder goede) voorbeelden kwamen voorbij. Aanleiding was de verkenning ‘In gesprek met gemeenten over de huisvesting van vergunninghouders’.
In de verkenning ‘In gesprek met gemeenten over de huisvesting van vergunninghouders’ zijn de resultaten opgenomen van gesprekken die BZK voerde met 35 gemeenten in het najaar van 2023. Onderwerpen als aanpak van de taakstelling, samenwerking met andere partijen, ondersteuning door maatschappelijke organisaties en (gebrek aan) draagvlak kwamen ter sprake. Het ministerie van BZK kreeg zo een scherper en actueler beeld van de praktijk, in relatie tot specifieke lokale kenmerken. Dit leidde tot concrete acties, b.v. het onderzoek naar draagvlak huisvesting vergunninghouders, en wordt gebruikt voor beleidsontwikkeling.
In gesprek met de zaal
Aan de hand van 4 onderstaande stellingen zijn de deelnemers met elkaar in gesprek gegaan.
Gemeenten zoeken naar diverse mogelijkheden om vergunninghouders te huisvesten, naast de reguliere woningvoorraad. Enkele goede ervaringen van gemeenten zijn de samenwerking met kerken, ism de Thuisgevers, voor praktische oplossingen en geschikte panden. Dit geldt m.n. voor de opvang van referenten/nareizigers. Gemeenten hebben verder veel interesse in welke opties woningdelen biedt. BZK is momenteel bezig met een verkenning naar de (on)mogelijkheden van woningdelen voor de huisvesting van vergunninghouders. De verkenning komt voor de zomer uit. Transformatie van gebouwen in kamers en woningen wordt door gemeenten genoemd, en dan vergunninghouders vaak in combinatie met de opvang van Oekraïners. Veel gemeenten herkennen het signaal dat het lastig is de taakstelling te halen, mede vanwege de achterstand bij de IND (vanwege lang wachten op gezinshereniging).
Veel gemeenten zijn het hiermee eens. Regionale samenwerking is belangrijk, b.v. tussen gemeenten, corporaties en Vluchtelingenwerk. Het is makkelijker om met elkaar schakelen en zorgt voor transparantie. Het maken van prestatieafspraken helpt gemeenten èn woningcorporaties bij de huisvesting van vergunninghouders. Men kijkt sneller naar opties als optoppen, particuliere verhuur of andere mogelijkheden.
Sommige gemeenten ervaren geen tekort aan ondersteuning. Genoemde vormen van ondersteuning zijn: Taalmaatje, sleutelpersonen, Vluchtelingenwerk, Humanitas of de Thuisgevers, buddynetwerk, welzijnsorganisaties. Probleem is o.a. de vergijzing van vrijwilligers èn dat begeleiding een grote opgave is. Want waar ligt de grens van maatschappelijke begeleiding? Gemeenten geven aan dat vergunninghouders elkaar ook kunnen ondersteunen, zeker met dezelfde achtergrond, b.v. als tolk. Het lastige is dat vergunninghouders eerst verplicht zijn in te burgeren. Een optie om dit te verhelpen is dat ondersteuning als tolk onderdeel wordt van de inburgering.
Meerdere gemeenten kiezen ervoor dat men vergunninghouders huisvest zonder dit kenbaar te maken. Ze worden gezien als gewone huurders. Ook mbt de benaming, vergunninghouders/statushouders, vraagt men zich soms af of daarmee niet teveel nadruk op wordt gelegd. Zodra ze hun woning betrekken zijn het gewoon nieuwe inwoners. Wel wordt het belangrijk gevonden dat de vergunninghouder zelf kennismaakt met de buren. In sommige situaties wordt het wel van te voren aangegeven, b.v. bij een woning met 10 kamers voor amv’s. Dit leverde uiteindelijk niet veel weerstand op. Een gemeente geeft een woontraining aan vergunninghouders; zo is voor hun duidelijk wat van hen wordt verwacht (plaatsing afval, gebruik kliko etc.). Het is belangrijk om te kijken naar de sociale structuren in de wijk: zijn er verenigingen waar vergunninghouders lid van willen worden of is er een buurthuis. Dit verbindt hen met de wijk.
Door: Colinda Hazeleger, Amanda de Geus en Barbara Slepikas (COA regievoeders)
Het koppelen van vergunninghouders aan gemeenten door regievoerders van het COA is een belangrijke schakel in het huisvestingproces door gemeenten. De regievoerders vertellen over de werkwijze van het koppelen, de afwegingen die daarbij gemaakt worden en de dilemma’s en knelpunten die daarbij aan de orde komen. Door het uitwisselen van ervaringen wordt het wederzijds inzicht vergroot.
Door: Nils Grabbinger en Kasper van de Klundert (accountmanagers Gemeenten & Opvang Nidos)
De opvang van alle alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) in kleinschalige opvanglocaties telt mee voor de taakstelling. Nidos heeft de voogdij over alle amv’s die zich melden in Ter Apel en is voor een deel verantwoordelijk voor de opvang van deze jongeren. Nidos vertelt over haar kleinschalige opvangopdracht en wat er komt kijken bij het starten van deze opvang in een gemeente.
Door: Daan de Bruijn en Romy Santpoort (onderzoekers Movisie)
Gemeenten worstelen met het toenemende gebrek aan draagvlak bij hun inwoners over de huisvesting van vergunninghouders, en hoe daar mee om te gaan. In opdracht van BZK voert Movisie een verkenning uit naar draagvlak en weerstand bij gemeenten over de huisvesting van vergunninghouders. Movisie gaat met gemeenten in gesprek hierover en benut de expertise en ervaring van gemeenten als input voor deze verkenning.
De Thuisgevers kunnen gemeenten helpen bij het halen van hun taakstelling huisvesting vergunninghouders. De Thuisgevers vertelt hoe zij vergunninghouders versneld aan een nieuw bestaan kunnen helpen door hen via maatschappelijke initiatieven te huisvesten en te zorgen voor aanvullende begeleiding door buddy’s.