Grootschalige woningbouw Flevoland en Almere Pampus

Om het grote tekort aan woningen tegen te gaan is het is van groot belang dat provincies de komende jaren inzetten op grootschalige woningbouw. Tot 2030 moeten in Nederland minimaal 845 duizend woningen worden bijgebouwd.

In Flevoland en Almere Pampus zijn mogelijkheden voor grootschalige woningbouw en de mogelijke inzet van Rijksvastgoed. Dit hebben minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Raymond Knops deze week aan de Tweede Kamer laten weten, mede als reactie op moties Koerhuis, Van Ronnes en Van Eijs.

Woningbouw Flevoland en Almere Pampus

Minister Ollongren benadrukt haar zorg over het stijgende woningtekort en licht de opgave voor Noord-Holland en Flevoland toe. In de provincies moeten tot 2030 een kwart miljoen woningen bijgebouwd worden; zowel om het bestaande tekort in te lopen als om te voorzien in de stijgende woningbehoefte. Ollongren: “De afgelopen jaren is de bouwproductie in Noord-Holland en Flevoland al toegenomen tot ongeveer 19.000 woningen per jaar. De provincie Flevoland geeft aan dat er tot 2050 in drie polders circa honderdduizend woningen kunnen worden gerealiseerd. Op Almere Pampus kunnen 25.000 tot 35.000 woningen worden gebouwd. Deze mogelijkheid maakt de locaties aantrekkelijk.”

De locaties in Flevoland maken onderdeel uit van de veertien grootschalige woningbouwlocaties die het kabinet wil versnellen. Hierbij is het van groot belang dat overheden gezamenlijk optrekken. Woningbouw, ecologische maatregelen en de aanleg van infrastructuur moeten in samenhang worden bezien en er moet oog zijn voor planning, investeringen en financiële ruimte.

Mogelijke inzet Rijksvastgoed

Het Rijk was in de vorige eeuw verantwoordelijk voor de inpoldering van Flevoland en is nog steeds eigenaar van veel gronden. De minister en staatssecretaris hebben laten uitzoeken of deze gronden ingezet kunnen worden voor woningbouw en of het RVB daar een rol in kan vervullen.

“Met de mogelijke inzet van rijksgronden en een versterking van bestuurlijk instrumentarium kan een belangrijke randvoorwaarde voor succes zoals geschikte grondposities makkelijker worden ingevuld. Dit omdat er geen afhankelijkheid is van marktpartijen die deze gronden in bezit hebben. Tegelijkertijd kan het inzetten van rijksgronden juist marktpartijen over de streep trekken”, zo schrijven Ollongren en Knops.

Om dit verder uit te werken zijn de mogelijkheden voor de inzet van rijksgrond en het bestaand instrumentarium in Flevoland intensief en constructief besproken met de regio door het Rijksvastgoedbedrijf. Volgens minister Ollongren schat het Rijksvastgoedbedrijf in dat in de bestaande ramingen circa 1.800 hectare rijksgrond ingezet kan worden voor woningbouw in Flevoland. Hierop kunnen tussen de 30.000 en 40.000 woningen gerealiseerd worden. Dit geldt voor de locaties Almere Pampus, Oosterwold en Lelystad Warande.

“Daartoe is in ieder geval van belang dat gericht met grond kan worden omgegaan. Zoals genoemd in de miljoenennota 2021 wordt de wenselijkheid van grondbeleid en een Rijksontwikkelbedrijf verkend, waarbij deze functies worden meegenomen.” Partijen spreken in de toekomst verder over de nadere invulling van de afspraken.