Landelijk actieplan studentenhuisvesting: “Alle partijen willen stappen zetten”

Om (inter)nationale studenten te kunnen blijven huisvesten, tekenden het Rijk, gemeenten, onderwijsinstellingen, woningcorporaties, particuliere beleggers en studenten op 8 september 2022 het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting. Het actieplan moet voor 60.000 extra studentenwoningen tot en met 2030 gaan zorgen. Margriet van de Vooren is senior beleidsmedewerker van directie Wonen, team aandachtsgroepen, bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zij vertelt hoe de partijen samenwerken om het tekort tegen te gaan.

Het actieplan is het resultaat van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting en wordt gesteund door onder andere het Netwerk Kennissteden Nederland (NKN), het ministerie van BZK, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Universiteiten van Nederland. “Het actieplan is nodig om twee redenen”, vertelt Margriet. “Ten eerste is de vraag naar studentenwoningen toegenomen en ten tweede is het belangrijk dat iedere student op kamers moet kunnen als die dat wil.”

Vergroot afbeelding Margriet van de Vooren
Margriet van de Vooren

Instroom van nieuwe studenten

Volgens Margriet is het belangrijk om het aanbod af te stemmen op de vraag. “Het tekort aan studentenwoningen is vooral zichtbaar in september, januari en februari wanneer een nieuwe stroom studenten op de stoep staat. Doordat zowel internationale als Nederlandse studenten op hetzelfde moment naar studentenwoningen zoeken, is de druk op de studentenwoningmarkt groot, met een piek aan het begin van het studiejaar. Dat noemen we de piekbelasting. Daarom is het nodig de instroom goed in beeld te hebben.”

Margriet geeft aan dat de samenwerkende partijen hiervoor verschillende maatregelen hebben bedacht: “Bijvoorbeeld het reguleren van de instroom van studenten door het invoeren van een capaciteitsbeperking of een noodfixus, het stimuleren van hospiteren onder studenten en betere informatievoorziening naar studenten. Het ministerie praat hierover met hogescholen en universiteiten. Het is belangrijk dat het huisvestingsaanbod, de capaciteit van de onderwijsinstellingen en de instroom van studenten op elkaar aansluiten.”

Het verschil maken

Hoe het actieplan het verschil maakt? “Ons doel is in 2030 geen huisvestingsproblemen meer te hebben voor studenten.” Volgens Margriet betekent 60.000 kamers bijbouwen namelijk dat iedereen in de toekomst een kamer heeft, maar zover is het nog niet. “Naast het bijbouwen van kamers pakken wij ook de knelpunten aan die de woningbehoefte van de student in de weg staan. In het actieplan staan daarvoor 49 actiepunten benoemt die bijdragen aan betere studentenhuisvesting. Denk bijvoorbeeld aan het verkameringsverbod. Verkamering is het opdelen van een woning in kleinere kamers om te kunnen verhuren aan studenten of starters. We zijn over het verkameren van woningen met gemeenten in gesprek. Vaak merken we dat gemeenten hier terughoudend over zijn, omdat ze een mooie woning liever niet willen opsplitsen. Terwijl dit voor studenten juist een uitkomst biedt. Doordat de urgentie hoog is zijn gemeenten gelukkig wel bereid hier het gesprek over te voeren. Wij streven ernaar in samenwerking met gemeenten verkamering goed te regelen, zodat het verkameringsverbod kan worden afgeschaft en studenten kunnen profiteren van de verhuurmogelijkheden die dit oplevert. Maar ook de betaalbaarheid voor studenten is heel belangrijk. Zo moet een kamer weer betaalbaarder zijn dan een studio. Dit pakken wij dit komend jaar al op.”

Studentenwelzijn als aandachtsgebied

Volgens Margriet wordt met het actieplan ook gekeken naar het welzijn van studenten. “Ontmoeting en sociale interactie zijn cruciaal voor het studentenwelzijn. Dat bleek vooral na de coronapandemie. Het zette het welzijn van studenten onder druk. Met het online volgen van onderwijs en het sluiten van de sportverenigingen en horeca waren er vrijwel geen mogelijkheden voor sociale contacten. Als gevolg hiervan kampen studenten met mentale gezondheidsproblemen en lopen zij studievertraging op.” Er zijn afspraken gemaakt om het studentenwelzijn te verbeteren, bijvoorbeeld door bouw van onzelfstandige eenheden en het faciliteren van ontmoetingen. Margriet licht toe: “We willen dat studentenhuisvesting wordt voorzien van gezamenlijke faciliteiten die ontmoetingen en sociale integratie bevorderen. Studenten kunnen er naast elkaar ontmoeten, ook met elkaar studeren.”

Samenwerking

Voor het actieplan werken de ministeries van BZK en OCW samen met gemeenten, onderwijsinstellingen, woningcorporaties, particuliere beleggers en studenten. “Het is mooi om te zien dat elke partij haar eigen verantwoordelijkheid heeft in dit proces. Zo is het ministerie van BZK de partij die verantwoordelijk is voor de wetgeving en regelingen. De samenwerking tussen andere partijen verloopt goed. De urgentie is hoog en we merken dat partijen stappen willen zetten."

Vergroot afbeelding Margriet van de Vooren
Margriet van de Vooren

Op de vraag wat Margriets eigen bijdrage aan het plan is, vertelt zij: “Het samenbrengen van partijen. Ik ben zelf gemeenteambtenaar geweest. Ik weet dat gemeenten een belangrijke speler zijn in het realiseren van meer woningen. Het NKN en de G6 (6 grote gemeenten) hebben hun eigen knelpunten bij deze realisatie. Ze lopen tegen lange procedures aan en die worden vaak onderschat. Ik vind het belangrijk dat partijen als NKN en de G6 weten dat het Rijk samen optrekt met de gemeenten en hen dus verder kan helpen. Daarnaast heb ik het onderdeel betaalbaarheid voor studenten concreter gemaakt samen met de studentenvakbond LSVb.”

Advies voor de student

“Begin met zoeken zodra je weet dat je wilt gaan studeren, adviseert Margriet. Bedenk direct: de opleiding die ik wil gaan doen, kan ik dit bereizen met het OV of ga ik op kamers? Wie ken ik in mijn netwerk? Neem contact op met je hogeschool of universiteit. Laat je informeren en ga naar de platforms die ervoor zijn. Maar onderneem actie zodra je weet wat je wil gaan doen, zo vroeg mogelijk dus. Studenten die op tijd beginnen, dragen een steentje bij aan het actieplan. Uiteindelijk willen we dat iedereen een ‘thuis’ heeft, ook de student.”