Nu ook verworven recht voor eerdere jaren volgens uitspraak Raad van State

Huurders die ooit hun huurtoeslag verloren omdat ze eenmalig te veel inkomen of vermogen hadden, hebben mogelijk recht op herstel van de toeslag. Dat volgt uit een uitspraak van de Raad van State die leidt tot een nieuwe uitleg van de wet.

Nieuwe situatie

Sinds 24 juli 2019 is er een nieuwe situatie. Toen deed de Raad van State uitspraak met een andere interpretatie van de wet. De Belastingdienst/Toeslagen voert die nieuwe uitleg van de wet per die datum uit. Huurders die een verworven recht op huurtoeslag hebben vanwege huurgrensoverschrijding en een inkomens- en/of vermogensstijging hebben gehad en vervolgens weer een daling kunnen als gevolg van de uitspraak weer een aanspraak op huurtoeslag doen. Zij moeten nog wel aan de overige voorwaarden voldoen.

Dit betekent dat vanaf het jaar 2019 weer huurtoeslag kan worden aangevraagd door aanvragers die door de gewijzigde interpretatie van de wet hier recht op hebben. Een aanvraag om een tegemoetkoming voor het berekeningsjaar 2019 kan tot 1 september 2020 via Toeslagen worden ingediend. Met betrekking tot eerdere jaren zal de Belastingdienst huishoudens op wie de uitspraak van de Raad van State over het verworven recht van toepassing is vanaf 2014 ambtshalve opnieuw beoordelen. Huishoudens die niet bekend zijn bij de Belastingdienst/Toeslagen kunnen zich tot 1 januari 2021 melden bij de Belastingdienst/Toeslagen.  

Verworven recht

Als de huur in de bestaande woning boven de huurgrens uitgroeit en als voorafgaand aan die overschrijding huurtoeslag is toegekend, is er een verworven recht. Wie een te hoog inkomen of vermogen had, verloor dat recht en kwam niet meer voor huurtoeslag in aanmerking, ook niet als het inkomen of vermogen daar op een later moment weer aanleiding toe gaf.