Meer mogelijkheden voor tijdelijke huurverlaging en toewijzing sociale huurwoningen

Het wordt mogelijk om huren tijdelijk te verlagen. Ook worden er maatregelen genomen om starters en mensen met lage- en middeninkomens meer kans te geven op een woning binnen hun financiële mogelijkheden. Dit staat in de wetsvoorstellen Tijdelijke huurkorting en Huur en inkomensgrenzen die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer stuurt.

De tijdelijke huurkorting maakt het voor de verhuurder mogelijk om de huur tijdelijk te verlagen (voor een periode van maximaal drie jaar). De verhuurder kan zo makkelijker een huurder helpen die bijvoorbeeld door de coronacrisis tijdelijk minder inkomsten heeft. Hierdoor krijgt de huurder financiële ruimte totdat zijn of haar inkomsten weer op peil zijn. Indien er blijvend een lager inkomen is, door bijvoorbeeld een scheiding, krijgt de huurder zo de ruimte om naar een woning te zoeken die bij het nieuwe lagere inkomen past.

Huur en inkomensgrenzen

In de wet wordt ook de hoogte van het inkomen bepaald waarmee mensen aanspraak kunnen maken op een sociale huurwoning. De inkomensgrens van een meerpersoonshuishouden om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning wordt verhoogd van 39.055 naar 43.126 euro, waarbij de grens voor een eenpersoonshuishouden daalt naar van 39.055 naar 35.938 euro. Gezinnen met een laag middeninkomen komen zo sneller in aanmerking voor een betaalbare woning. Uit onderzoek van het Nibud blijkt namelijk dat meerpersoonshuishoudens minder bestedingsruimte hebben voor woonuitgaven dan eenpersoonshuishoudens bij eenzelfde inkomen. Dit komt door de hogere uitgaven aan boodschappen, verzekeringen, vervoer en de energierekening. Deze groep heeft daardoor meer moeite om een hogere huur te betalen. 

Maatwerk

Het wetvoorstel bevat meer maatregelen gericht op starters en mensen met lage- en middeninkomens. Woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeenten krijgen meer ruimte voor lokaal maatwerk bij de zogenaamde vrije toewijzingsruimte. Indien daar behoefte aan is, kan deze verruimd worden, van regulier 7,5% naar maximaal 15% van de jaarlijks vrijkomende woningen. Dit percentage woningen kan dan toegewezen worden aan huishoudens die niet direct in aanmerking komen voor een sociale huurwoning bij corporaties. Hiermee kunnen de lokale partijen onder meer starters of grote gezinnen huisvesten. Bijvoorbeeld door ervoor te kiezen om met voorrang startende leraren of verpleegkundigen een sociale huurwoning toe te wijzen. Het huisvesten van andere doelgroepen kan ook bijdragen aan de leefbaarheid in wijken of complexen. 

Vergroot afbeelding Renovatie wonen ontwikkelen 2
Beeld: Riesjard Schropp
.

Passende huur

Woningcorporaties en andere verhuurders kunnen in de toekomst de huur van mensen met een hoog (midden)inkomen bij de jaarlijkse huurverhoging verhogen met maximaal 50 of 100 euro. Voor eenpersoonshuishoudens met een inkomen boven 45.938 euro en meerpersoonshuishoudens boven de 53.126 geldt een grens van maximaal 50 euro, voor eenpersoonshuishoudens boven de 55.500 euro en meerpersoonshuishoudens boven de 74.000 ligt die grens op 100 euro huurverhoging. De huur mag door deze verhoging niet hoger worden dan de maximale huur van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel. Met deze hogere huur draagt deze groep huurders bij aan het betaalbaar houden van de huren voor mensen met een laag inkomen, of aan investeringen voor verbetering en verduurzaming van huurwoningen.